Tien races in het seizoen, en Ferrari lijkt zichzelf al af te schrijven. Terwijl Oscar Piastri 198 punten heeft verzameld, komen Lewis Hamilton en Charles Leclerc samen nog niet aan dat totaal.
De Scuderia, ooit trots vaandeldrager van de Formule 1, bevindt zich in een pijnlijke identiteitscrisis. Ferrari’s coureurs behoren tot de bekendste namen op de grid, maar op het scorebord valt daar weinig van te merken.
Hamilton, de zevenvoudig wereldkampioen, en Leclerc, de hoop van Maranello, zijn op dit moment slechts figuranten in de titelstrijd. Piastri, rijdend voor McLaren, heeft ze beide achter zich gelaten — met ruime marge.
Dat is niet alleen pijnlijk voor de coureurs, maar vooral voor het team dat vorig jaar nog nét naast de constructeursbeker greep. Met slechts 183 punten in de stand na tien races – tegenover McLaren’s 374 – klinkt de alarmbel in Maranello luider dan ooit.
Teamchef Frédéric Vasseur voelt die druk dagelijks. De Italiaanse media hebben hun messen geslepen en twijfelen openlijk aan zijn positie, zeker nu zijn contract eind 2025 afloopt. Ex-communicatiechef Roberto Boccafogli verwoordde het scherp:
“Er heerst veel nervositeit. Niet alleen voor Fred, maar ook bij de coureurs en techniekafdeling,” zei hij in een interview met The Race F1 Podcast.
De kritiek richt zich nu ook op technisch directeur Loïc Serra, wiens rol wordt bevraagd: waarom komt de doorbraak uit zijn hoek maar niet?
Mercedes en Audi beter gepositioneerd
En alsof het nog niet erg genoeg was: ook de blik op 2026 stemt weinig hoopvol. Met nieuwe reglementen en motorformules aan de horizon, wordt van elk team verwacht dat het nú al voorbereidingen treft. Maar insiders vrezen dat Ferrari daar achterloopt.
Mercedes en Audi zouden al “in een veel betere positie” zitten qua powerunit. En terwijl kleinere teams als Williams en zelfs het toekomstige Audi-team (nu nog Sauber) hun focus al maanden op 2026 hebben gericht, moet Ferrari die keuze nog maken — en wel pas bij de GP van België.
“Iedereen zegt dat de motor van Mercedes en Audi sterker is dan die van Ferrari,” aldus Boccafogli.
Dat is geen loze kreet, want naast het fabrieksteam zullen in 2026 alleen Haas en Cadillac gebruikmaken van Ferrari’s krachtbron. Daarmee wordt het lastig om überhaupt data te verzamelen over de prestaties van hun nieuwe motor.
Het wrange is dat Ferrari de mensen en middelen heeft om zich op tijd aan te passen, maar blijkbaar niet de besluitvaardigheid. Terwijl concurrenten hun kaarten al vroeg op tafel legden, twijfelt Ferrari nog steeds over de timing.
Als het team pas in Spa beslist om de ontwikkeling van de 2025-auto stop te zetten, is het misschien al te laat om écht competitief te zijn in 2026. Andere teams zijn dan simpelweg verder — en dat verschil zie je later terug in rondetijden, betrouwbaarheid en strategie.
De kloof met McLaren en Red Bull groeit
Ferrari’s upgrades, zoals een nieuwe voorvleugel in Spanje, leverden nauwelijks winst op. McLaren, dat daar ook met updates reed, bleef volgens analyses minstens drie tot vier tienden per ronde sneller.
Zelfs met beide auto’s in de top zes, kon Ferrari de snelheid van de koplopers niet benaderen.
“Op papier is Ferrari nog de grootste rivaal van McLaren. Maar in de data zien we iets heel anders,” aldus een analist bij F1 Oversteer.
En Red Bull? Ondanks geruchten over interne spanningen en het vertrek van sleutelpersonen blijft het team een serieuze kracht. Ferrari daarentegen lijkt alle kanten op te gaan, behalve vooruit.
