De frustratie droop van zijn gezicht. Geen podium, geen gevecht, niet eens een goed gevoel. Alleen woede, teleurstelling en onbegrip. Lewis Hamilton liet na de Spaanse Grand Prix de diplomatie varen.
Wat begon als een moeilijke race, eindigde in een openlijke kritiek op Ferrari’s functioneren. Hamiltons breekpunt kwam na zijn laatste pitstop, onder de safety car.
“De auto voelde ineens veel te licht. Iets is totaal misgegaan in de pitstop.”
Een klein detail — een flap-aanpassing op de voorvleugel — bleek groot genoeg om zijn hele racebalans te verpesten. Terwijl zijn teamgenoot Leclerc naar het podium reed, vocht Hamilton tegen auto’s uit het middenveld. En verloor.
“In een topteam hoort zoiets niet te gebeuren.”
Fred Vasseur gaf na afloop toe dat er iets fout gegaan was bij het afstellen van de voorvleugel. Maar dat deed niets af aan het feit dat zulke fouten niet passen bij een team dat wereldkampioen wil worden.
Zeker niet wanneer het gaat om een coureur als Hamilton, die bekendstaat om zijn precisie en technische scherpte.
Leclerc straalt, Hamilton breekt
De beelden spraken boekdelen. Aan de ene kant Leclerc, met champagne op het podium. Aan de andere kant Hamilton, die in stilte uit zijn auto stapte. Beiden reden in dezelfde auto — de SF25 — maar de uitkomst kon niet verder uit elkaar liggen.
Voor Hamilton, die zijn overstap naar Ferrari maakte om nú te winnen, voelde het als verraad. Niet alleen door het resultaat, maar door het gebrek aan communicatie en vertrouwen binnen zijn kant van de garage.
“Dit was geen slechte dag, dit was fundamenteel fout.”
De timing van dit alles is desastreus. Ferrari bracht in Barcelona een cruciale update voor de SF25. Een moment waarop het team had moeten schitteren. Maar in plaats daarvan viel het kaartenhuis aan één kant volledig in elkaar.
Hamiltons kritiek is niet alleen persoonlijk. Het gaat over een breder probleem bij Ferrari. Hij sprak na de race over verkeerde vertalingen van feedback, een verkeerd begrepen auto, en een strategie die hem letterlijk liet verdwalen op het circuit.
Zijn toon was kalm, maar de onderliggende boodschap was duidelijk: dit team is niet klaar om te winnen.
“We moeten alles analyseren. Alles. Want dit klopt gewoon niet.”
Die woorden zijn geen loze kreet. Voor Hamilton, die jarenlang met Mercedes op het scherpst van de snede vocht, is een structuur die wankelt simpelweg onaanvaardbaar.
En het feit dat Ferrari keer op keer kleine fouten maakt met grote gevolgen, is volgens hem hét bewijs dat er iets grondig mis zit.
Hülkenberg maakt het pijnlijker
Alsof het nog niet erg genoeg was, werd Hamilton ook nog ingehaald door Nico Hülkenberg. In een auto van een team dat dit seizoen nauwelijks meedoet om de punten. Oké, Hülkenberg zat op softs en Hamilton op mediums, maar dat doet niets af aan de symboliek.
Voor het oog van duizenden Spaanse fans werd Hamilton letterlijk gepasseerd door een coureur die in geen velden of wegen thuis hoort in de buurt van een Ferrari. Het was het moment dat het verschil tussen verwachting en realiteit pijnlijk zichtbaar werd.
“Als zelfs een Sauber je kan pakken, weet je dat er iets goed fout zit.”
De ware explosie kwam pas na afloop. In gesprekken met media wees Hamilton direct naar de pijnpunten: communicatie, uitvoering, vertrouwen.
Hij zei niet alleen dat de auto niet presteerde — hij zei dat het hele systeem niet functioneert. En dat maakt het verschil. Dit was geen klacht, maar een aanklacht.
“Als we zo blijven werken, verspillen we niet alleen dit seizoen, maar ook mijn tijd.”
Het contrast met Leclerc — die op zijn beurt wél profiteerde van de strategie en uitvoering — maakt het beeld compleet. Ferrari lijkt niet in staat om twee coureurs tegelijk optimaal te bedienen. En in een seizoen waarin elk punt telt, is dat dodelijk.