“Ben je boos op me of zo?” Die woorden sprak Lewis Hamilton vlak na de finish van de Grand Prix van Monaco. Niet tegen een journalist of teamlid in de pitstraat, maar rechtstreeks via de boordradio – gericht aan zijn race-engineer Ricardo Adami.
Het bleef stil. En dát, in de Formule 1, zegt soms meer dan duizend woorden. De race in Monaco verliep sowieso allesbehalve soepel voor Hamilton. Ferrari leek opnieuw moeite te hebben met het geven van duidelijke informatie op cruciale momenten.
Tijdens de race kreeg de zevenvoudig wereldkampioen een boodschap te horen: “Dit is onze race.” Wat dat precies betekende, bleef vaag. Pushen? Inhalen? Tempo houden?
Hamilton wist het niet. En dat is precies het probleem. Als de communicatie tussen coureur en engineer faalt, is elke strategie kansloos. Zeker op een circuit waar millimeters en milliseconden het verschil maken.
Communicatiecrisis op het smalste circuit
Op een stratencircuit als Monaco is vertrouwen in de strategie essentieel. Ruimte om fouten te corrigeren is er simpelweg niet. Toch kreeg Hamilton tijdens de race meer verwarring dan richting
Zijn eenvoudige vraag, “Lig ik nog een minuut achter?”, werd beantwoord met informatie over banden. Het antwoord dat hij wilde – een simpel tijdsverschil – kwam pas veel later: 48 seconden achterstand op de leider.
En het bleef niet bij één moment van miscommunicatie. Op meerdere punten leek het alsof engineer Adami ofwel afgeleid was, of simpelweg geen prioriteit gaf aan zijn coureur.
Hamilton vroeg zich op een gegeven moment hardop af: “Is alles goed daar? Ik doe gewoon mijn best.” De stilte als antwoord voelde als een koude douche. Voor een veteraan als Hamilton, die jarenlang een sterke band had met zijn engineer Bono bij Mercedes, is dit contrast pijnlijk voelbaar.
Hamilton wilde na afloop duidelijk maken dat hij geen ruzie zocht. Maar zijn teleurstelling kon hij moeilijk verbergen. “Ik snapte niet wat hij bedoelde met ‘dit is onze race’. Ik wist niet waarvoor ik vocht.”
Die uitspraak zegt veel over de staat van zijn relatie met Adami. Waar bij topduo’s als Norris en Piastri de communicatie strak en helder verloopt, heerst er bij Ferrari verwarring. En die verwarring kostte Hamilton kostbare tijd in een race waarin elke seconde telt.
Opvallend genoeg was dit niet de eerste keer dat er wrijving ontstond tussen de twee. Eerder dit seizoen kreeg Hamilton al een penalty door foutieve informatie tijdens de kwalificatie.
“Ik zat gewoon in niemandsland,” verklaarde Hamilton na afloop. Zonder safety car, zonder gevechten om positie en zonder duidelijke instructies reed hij een kleurloze race – vijfde werd hij uiteindelijk, vooral dankzij een geslaagde overcut in de pitstopfase.
Ook toen bleef een duidelijke uitleg uit. Tel daar de matige strategieën en de mislukte pitstops bij op, en het plaatje wordt duidelijk: Hamilton en zijn engineer zitten niet op dezelfde golflengte.
Strategisch wanbeleid bij Ferrari
De fouten bleven niet beperkt tot de communicatie. Ferrari’s algemene strategie rammelde opnieuw aan alle kanten. Hamilton werd meerdere keren in verkeer gepit, verloor kostbare tijd, en kreeg uiteindelijk geen kans om écht aan te vallen.
De frustratie droop er vanaf. Ferrari had in Monaco een auto die competitief genoeg was voor een topklassering. Maar zoals wel vaker ontbrak het aan scherpte in de uitvoering.
Tijdens Q1 en Q3 werden fouten gemaakt die leidden tot een suboptimale startpositie. In de race zelf waren de beslissingen twijfelachtig.
Terwijl andere teams hun strategieën splitsten of slim inspeelden op de verplichte twee pitstops, volgde Ferrari braaf het script – en werd daarin gevangen. Het resultaat: Hamilton zonder uitzicht, zonder pitritme, zonder podium.
Zelfs na de race bleef het ongemakkelijk. Geen felicitaties, geen feedback, geen opbeurende woorden over de radio. Enkel radiostilte. En in de Formule 1 betekent dat vaak: er broeit iets.
Los van het drama rond Hamilton was Monaco zelf ook voer voor discussie. De verplichte twee-stopper maakte van de race een schaakspel zonder spanning. Coureurs reden opzettelijk langzaam om teamgenoten te helpen of pitramen te creëren
Fans zagen weinig actie, veel treintjes en een hoop strategie die meer weg had van een computerspel dan van een sport op het hoogste niveau.
“Het maakt eigenlijk niet uit wat je hier doet, de uitslag blijft hetzelfde,” zuchtte Verstappen na afloop. Dat zegt genoeg over Monaco anno nu.
Alex Albon noemde het “lelijk”. Max Verstappen zei dat het voelde alsof ze “Mario Kart speelden zonder bananen”. En George Russell pakte zelfs een straf nadat hij bewust de baan afsneed om iemand in te halen – omdat dat sneller was dan wachten op een fout.
Hamilton zat in de middenmoot gevangen en had geen enkele invloed op het gevecht vooraan. De Ferrari-strategie hielp hem niet. De radiostilte frustreerde.
En de race zelf gaf hem geen enkel podiumkans. De grote vraag die nu boven de paddock hangt: hoe lang blijft dit zo doorgaan?