Formule 1-teams hebben overeenstemming bereikt over een vangnetmechanisme voor motorfabrikanten die dreigen achterop te raken bij de invoering van de nieuwe powerunit-regels in 2026.
De angst voor een herhaling van 2014, toen Mercedes met overmacht de concurrentie overklaste, leeft breed binnen de sport. Tijdens de bijeenkomst van de F1 Commissie in Genève stond het onderwerp motorreglementen centraal.
De belangrijkste uitkomst is dat fabrikanten die ondermaats presteren, extra testtijd op de testbank en meer budgetruimte krijgen binnen het motorplafond. Dat plafond geldt vanaf 2026 en moet het speelveld eerlijker maken.
Belangrijk detail is dat alleen het motorvermogen wordt beoordeeld, niet de prestaties van het team als geheel.
Hierdoor worden fabrikanten niet afgerekend op chassisproblemen of strategische fouten, maar puur op hun bijdrage aan de powerunit-prestaties.
De maatregel moet voorkomen dat nieuwe of terugkerende fabrikanten – zoals Honda, Ford, Audi en Cadillac – jarenlang achter de feiten aanlopen.
In 2015 had Honda bij terugkeer enorme moeite om het gat naar Mercedes te dichten, iets wat nu vermeden moet worden.
Accudebat verdeelt paddock
Een ander heet hangijzer is de elektrische component van de nieuwe motorformule. De nieuwe powerunits zouden onder bepaalde omstandigheden hun acculading te snel verbruiken, vooral op circuits met weinig remzones zoals Monza.
Dit zou betekenen dat auto’s halverwege rechte stukken vermogen verliezen. Mercedes-teambaas Toto Wolff uitte felle kritiek:
“Het voorstel om de accuvermogen te beperken is een grap,” zei Wolff over de mogelijke aanpassing.
Tegenovergesteld stond Christian Horner, die namens Red Bull juist voorstander is van het beperken van accugebruik op circuits met lange rechte stukken. Volgens hem zou dit bijdragen aan spannender races.
Een tussenoplossing wordt onderzocht, waarbij de energielevering enkel in raceomstandigheden aangepast wordt, en enkel op circuits waar dit echt nodig is. De exacte invulling daarvan ligt nu bij het Power Unit Advisory Committee.
De bijeenkomst behandelde ook de grasbranden die tijdens het raceweekend in Japan meermaals voor onderbrekingen zorgden. Vonken uit de auto’s veroorzaakten brandjes langs de baan, wat leidde tot stilgelegde sessies.
De FIA onderzoekt twee oplossingen: het gebruik van roestvrijstalen in plaats van titanium skid plates, en een mogelijke behandeling van grasranden op circuits.
Roestvrij staal zou minder vonken veroorzaken, maar brengt mogelijke nadelen met zich mee zoals extra gewicht en snellere slijtage. Dit wordt verder onderzocht voordat tot aanpassing wordt overgegaan.
Andere punten op de agenda
Naast de grote thema’s motoren en veiligheid, kwamen ook kleinere maar relevante onderwerpen aan bod. Zo werd gesproken over het verplicht stellen van tweestopstrategieën tijdens de Grand Prix van Monaco.
Dit moet voorkomen dat de race verandert in een optocht zonder strategische variatie.
Daarnaast werd een aanpassing besproken van de kapitaaltoelagen voor nieuwe teams. Cadillac zal volgend seizoen toetreden en moet investeren in infrastructuur. De regels worden aangepast om die instroom eerlijk en transparant te laten verlopen.
De FIA verklaarde na afloop:
“De F1 Commissie besprak in principe verfijningen aan de energiemanagementstrategie voor 2026, evenals maatregelen om financiële uitdagingen aan te pakken voor fabrikanten met lage prestaties of ernstige betrouwbaarheidsproblemen.”
De discussie over accuprestaties en vangnetmaatregelen laat zien dat de 2026-regels nog volop in beweging zijn.
Toch is het doel duidelijk: herhaling van de dominante start van één fabrikant zoals in 2014 moet koste wat kost worden vermeden, zonder dat dit ten koste gaat van sportieve eerlijkheid of technische innovatie.