De recente straf die Max Verstappen kreeg van de FIA voor het gebruik van een scheldwoord tijdens een persconferentie, heeft tot flink wat onvrede geleid bij andere Formule 1-coureurs. Verstappen, die inmiddels drie keer wereldkampioen is, liet weten dat hij de sanctie ‘belachelijk’ vindt en zelfs aangaf dat dit soort zaken zijn toekomst in de sport kunnen beïnvloeden.
De Grand Prix Drivers’ Association (GPDA) denkt er nu over na om formeel bezwaar te maken tegen de beslissing van de FIA.
Verstappen kreeg de straf na het gebruik van het F-woord tijdens een persconferentie voorafgaand aan de Grand Prix van Singapore, waar hij het had over zijn Red Bull RB20.
“Ja, dit soort dingen bepalen ook mijn toekomst,” zei Verstappen. “Als je niet jezelf kunt zijn en je moet met dit soort domme dingen dealen… Ik zit nu in een fase waarin ik hier niet steeds mee bezig wil zijn. Het is echt vermoeiend.”
Als straf werd hij veroordeeld tot een dag taakstraf. Dit kwam vlak nadat FIA-president Mohammed Ben Sulayem had opgeroepen tot minder vloeken door coureurs tijdens live-uitzendingen. Verstappen reageerde fel en gaf sindsdien alleen nog korte, afgemeten antwoorden tijdens mediaverplichtingen.
Steun van andere coureurs en de GPDA
De straf voor Verstappen is niet alleen voor hemzelf een punt van frustratie. Ook andere coureurs reageerden verbaasd. In de WhatsApp-groep van de GPDA zou de reactie volgens Verstappen lachend zijn geweest.
Alex Wurz, de voorzitter van de GPDA, gaf aan dat de coureurs eerst intern willen bespreken hoe ze hiermee omgaan, voordat ze eventueel de FIA benaderen.
Wurz benadrukte dat coureurs de ruimte moeten krijgen om zichzelf te zijn, zolang ze niemand persoonlijk beledigen of discriminerend zijn. Hij vroeg zich zelfs af:
“Hoeveel taakstraffen zou Guenther Steiner moeten krijgen voor het gebruik van het F-woord? Hij werd juist geprezen in de Netflix-serie ‘Drive to Survive’. Maar nu doen ze ineens moeilijk.”
Het lijkt erop dat er een scheve lijn is in hoe de Formule 1 omgaat met taalgebruik. Terwijl Verstappen nu wordt gestraft, werd Guenther Steiner eerder juist geroemd om zijn kleurrijke taalgebruik in ‘Drive to Survive’. Dit roept vragen op over de standaarden die de sport hanteert.
Verstappen, die met 52 punten voorsprong op Lando Norris aan kop gaat in het wereldkampioenschap, liet weten dat dit soort zaken invloed kan hebben op zijn verdere carrière. Na drie wereldtitels wil hij namelijk vooral plezier hebben in het racen.
“Succes en races winnen is fantastisch, maar als je dat allemaal hebt bereikt, wil je ook gewoon lol hebben,” zei Verstappen. “Iedereen pusht zichzelf tot de limiet, zelfs achteraan het veld. Maar als je met dit soort domme dingen moet dealen, dan is dat voor mij geen manier om verder te gaan in de sport.”
Reacties vanuit de sport
Ook andere prominente figuren in de Formule 1 spraken zich uit. Lewis Hamilton noemde de straf ‘belachelijk’ en zei dat hij zou weigeren om een dergelijke straf uit te voeren als hem dat zou overkomen. Lando Norris sloot zich hierbij aan en vond dat de FIA zich op belangrijkere zaken moest richten.
Toto Wolff, teambaas van Mercedes, maakte de opmerking dat “toch niemand naar die persconferenties luistert,” waarmee hij de relevantie van de straf ter discussie stelde. Deze reacties geven aan dat er een groeiende kloof is tussen de coureurs en de bestuursorganen van de sport.
De GPDA overweegt nu om hun zorgen officieel te bespreken met de FIA. Alex Wurz benadrukte dat de associatie normaal gesproken zaken intern probeert op te lossen en zelden via de media communiceert. Dit wijst erop dat er achter de schermen serieuze gesprekken plaatsvinden om tot een oplossing te komen.
Aspect | Huidige situatie | Mogelijke actie |
---|---|---|
Taalgebruik | Inconsistent beleid | Duidelijke richtlijnen opstellen |
Sancties | Controversieel | Heroverweging van strafmaat |
Communicatie | Via media | Interne dialoog GPDA-FIA |
De komende weken zullen cruciaal zijn voor hoe de Formule 1 omgaat met de vrijheid van expressie van haar coureurs. Het vinden van een balans tussen professionaliteit en authenticiteit wordt een uitdaging voor zowel de teams als de sportbestuurders.