Er komt een moment waarop zelfs de Formule 1 ergens ‘nee’ op moet zeggen. Maar dat moment lijkt nog ver weg, nu steeds meer landen zich in de rij zetten om hun eigen Grand Prix te organiseren.
Terwijl de kalender al volgepropt is met 24 races en drie gevreesde triple-headers, kondigt F1 toch met de regelmaat van de klok nieuwe locaties aan. De grote vraag: waar moet dit nog allemaal passen?
De eerste slachtoffer van de vernieuwingsgolf is bekend: Imola verdwijnt in 2026 om ruimte te maken voor Madrid. De race door het charmante, klassieke Italiaanse landschap wordt ingeruild voor een futuristisch straatcircuit in de Spaanse hoofdstad.
Maar dat is geen eenmalige wissel. Zandvoort staat al met één wiel op de afrit. En achter de schermen maken zeker drie nieuwe locaties zich op om toe te treden tot de kalender.
De namen? Thailand, Rwanda en Qiddiya in Saudi-Arabië. Elk met een eigen politieke of financiële hefboom, allemaal serieus, en allemaal vastbesloten. De kalender mag dan op papier ‘vol’ zijn, de realiteit is dat geld en invloed vaak winnen van traditie en geschiedenis.
Triple-headers en rotatie
Op dit moment bevat de kalender drie triple-headers: drie races in drie opeenvolgende weken, verspreid over verschillende continenten. Binnen F1 is vrijwel iedereen het erover eens: dat moet stoppen.
De fysieke, mentale en logistieke belasting is te groot — behalve voor zij die met privéjets reizen. Toch lijkt uitbreiding alleen mogelijk via nóg meer van dat soort weekends of via een ander model: rotatie.
Spa-Francorchamps is daar een voorbeeld van. Tussen 2016 en 2031 wordt de Belgische GP meerdere jaren overgeslagen. Ook Barcelona en Bakoe zouden in de toekomst kunnen meedoen aan zo’n schema. Maar wie bepaalt wélke circuits moeten wijken?
“We hebben elf serieuze kandidaten op de lijst, maar 24 races is echt het maximum.”
Qiddiya Speed Park, de tweede Saudi-Arabische GP, krijgt steeds meer vorm. En wie betaalt, bepaalt. Met 55 miljoen dollar per jaar aan rechten voor de Jeddah-race, en een sponsorcontract van Aramco ter waarde van 450 miljoen dollar, heeft Saudi-Arabië serieuze invloed.
Het land wil dan ook niet één, maar twee GP’s. De meest logische plek in de kalender? Eind van het seizoen — dichtbij Qatar en Abu Dhabi.
Thailand ligt iets verder op de horizon. Maar met Alex Albon als nationale trots en de familie Yoovidhya (mede-eigenaren van Red Bull) achter het project, lijkt toetreding slechts een kwestie van tijd. Verwacht wordt dat een straatrace in Bangkok niet voor 2028 haalbaar is.
Rwanda mikt eveneens op 2028, met een circuit vlak bij de nieuwe luchthaven van Kigali. De plannen zijn nog tekeningen op papier, maar wel van de hand van oud-F1-coureur Alex Wurz. Cruciale steun komt van FIA-president Mohammed Ben Sulayem, die stevige banden heeft met de Afrikaanse motorsportfederaties.
Wat sneuvelt er? En wie is veilig?
Sommige circuits lijken onaantastbaar — zoals Silverstone, Suzuka of Monza — maar de realiteit is dat elk contract eindig is. Las Vegas, dat zo groots werd aangekondigd, staat al ter discussie.
De ticketverkoop is teleurstellend, VIP-deals flopten en er is wrijving met lokale partijen. Of de geplande tienjarige verlenging er komt, is ineens geen zekerheid meer.
Barcelona heeft met Fernando Alonso’s ambassadeurschap en lokale steun voorlopig nog dekking. Maar het contract loopt tot 2026, en verlenging zal niet vanzelf gaan.
En hoe zit het met Austin? Die heeft net flink geïnvesteerd in asfalt en faciliteiten en draait sinds Netflix eindelijk winst. Weggaan lijkt daar dus niet aan de orde.
Zandvoort heeft één groot nadeel: locatie. Logistiek is het niet handig in te passen tussen andere Europese races. En zonder directe steun van Liberty Media of diepe investeerders, is het toekomstperspectief onzeker.
Officieel ligt het maximum op 24 races. Maar het zou de Formule 1 niet zijn als dat niet rekbaar blijkt. Met mondiale interesse, invloedrijke sponsors en politieke druk vanuit meerdere hoeken, groeit de verleiding om verder te gaan. De fans? Die raken hun favoriete circuits kwijt. De teams? Die zitten tegen fysieke en mentale grenzen aan.
Toch is de drang naar vernieuwing niet te stoppen. F1 is allang geen Europese sport meer, maar een wereldwijde show. Nieuwe landen willen erbij horen. Oude circuits moeten vechten voor hun plek. En de kalender is geen sportief document meer, maar een strategisch schaakbord.