“Wat we kunnen bekijken is het invoeren van Monaco-specifieke regels: je mag niet zomaar een treintje ophouden.”
Toto Wolff was na de Grand Prix van Monaco opvallend openhartig.
De verplichte tweestopstrategie heeft volgens hem geen echte impact gehad, en de race bleef net zo gesloten als altijd. Toch ziet hij kansen – niet in meer stops, maar in aangepaste regels die specifiek gelden voor het stratencircuit in Monte Carlo.
De FIA hoopte met de nieuwe verplichting tot twee pitstops de sleur te doorbreken die de race in Monaco al jaren kenmerkt. Overtaking is vrijwel onmogelijk, dus werd ingezet op strategie.
Maar buiten een paar korte Virtual Safety Cars veranderde er nauwelijks iets aan de rangorde. De voorste groep had vrij baan, terwijl de rest gevangen zat in kunstmatige gaten.
“Je had die groep vooraan met vrije lucht, en dan het middenveld dat massaal werd opgehouden.” – Toto Wolff, Mercedes
Meerdere teams benutten het systeem slim. Williams en Racing Bulls lieten coureurs opzettelijk traag rijden om voor hun teamgenoten ruimte te creëren voor een ‘gratis’ pitstop.
Die tactieken waren legaal, maar volgens Wolff onwenselijk. Hij stelde voor om een grens in te stellen voor hoeveel tijd een coureur mag verliezen ten opzichte van de leider, om zo treintjes te voorkomen.
Mercedes zakt door het ijs
Voor Mercedes werd het weekend in Monaco een deceptie. Geen van beide auto’s haalde Q3 op zaterdag en dat betekende dat de basis voor zondag al wankel was.
George Russell verloor vermogen uit het niets, Andrea Kimi Antonelli raakte de muur. Daardoor startten ze te ver naar achter om nog strategisch verschil te maken.
“We hadden een auto voor de eerste twee rijen, of beter. Maar onze zaterdag was gewoon slecht.” – Toto Wolff
Door het gebrek aan inhaalmogelijkheden, en de nieuwe regel die net zo goed genegeerd kon worden met slim teamwerk, reed Mercedes in niemandsland.
Geen punten, geen plan, en vooral frustratie. Wolff erkende dat zijn team slachtoffer was van anderen die het slimmer speelden.
Volgens Wolff ligt de oplossing niet in nóg meer verplichtingen of ingewikkelde regels. Hij stelde iets eenvoudigs voor: stel een maximum in voor hoeveel seconden een auto per ronde mag afwijken van de snelste tijd.
Zo voorkom je dat coureurs opzettelijk langzaam rijden om anderen op te houden.
“Je kunt zeggen: je mag niet meer dan x seconden langzamer zijn dan de leider.”
Of dit het racen verbetert, betwijfelt hij zelf. Maar het zou wel het veld dichter bij elkaar kunnen houden. En dat is in Monaco al een vooruitgang.
Want nu bleven posities muurvast zitten, ook als de snelheid er wel was, zoals bij Fernando Alonso, die ondanks een ERS-probleem snelle tijden liet noteren – maar nergens heen kon.
De lay-out blijft een beperking
Wolff wees ook op een andere factor: het circuit zelf. Monte Carlo biedt nauwelijks ruimte voor verandering. Het ligt ingeklemd tussen zee en berg, wat grote aanpassingen praktisch onmogelijk maakt.
Toch pleitte hij voor overleg met de lokale organisatie om te onderzoeken of er kleine aanpassingen aan het layout mogelijk zijn.
“We moeten ook praten met de ACM om te kijken of er iets aan de layout kan worden veranderd.”
Hij noemde het evenement zelf ‘spectaculair’, met volle tribunes, luxe boten en een ongeëvenaarde sfeer. Alleen de race zelf voldoet al jaren niet meer aan de verwachtingen. Daar wil Wolff wat aan doen – al weet hij dat de oplossing niet eenvoudig zal zijn.
Wolff gaf toe dat hij het experiment met twee pitstops waardeerde, puur omdat er in elk geval iets werd geprobeerd. In zijn woorden:
“We hebben iets geprobeerd. Maar het heeft niets veranderd aan de uitkomst.” Teams bleven op hun plek, strategie werd misbruikt en de spanning ontbrak grotendeels.
“We zijn motorsportmensen. We proberen het maximale eruit te halen. Maar dit heeft niets opgeleverd.”
Het publiek kreeg op zaterdag nog een mooie show, maar de zondag bleef achter. Volgens Wolff is dat al jaren het patroon. Maar zolang er niets verandert, blijven coureurs zich aanpassen aan het systeem – ook als dat inhoudt dat ze expres langzaam rijden. En dat, zo vindt Wolff, is niet wat Formule 1 hoort te zijn.
