De Formule 1 is neergestreken in Austin voor het Grand Prix-weekend op het Circuit of the Americas. Een weekend vol hitte, nieuwe regels, opvallende vleugels en een handvol late upgrades.
Terwijl sommige teams nog één keer durven vernieuwen, houden anderen de kaarten stevig tegen de borst. En in de paddock gonst het over 2026 — een reglement dat volgens velen de ziel uit de sport dreigt te halen.
Het gesprek begon niet met de auto’s op het circuit, maar met wat er ná dit seizoen gaat gebeuren. De FIA kondigde een nieuw systeem aan voor 2026: het Additional Development and Improvement Opportunities-programma, kortweg ADU.
Dat programma moet motorfabrikanten die achterop raken extra ontwikkeltijd geven. Elke drie maanden wordt gemeten hoe de motoren presteren — na zes, twaalf en achttien races.
Wie dan significant achterloopt, krijgt extra ontwikkelingsuren, mag wijzigingen doorvoeren aan de gehomologeerde motor, en krijgt meer ruimte om onderdelen te verbeteren.
In theorie moet dit de competitie dichter bij elkaar brengen. In de praktijk klinkt er scepsis. De vergelijking met Balance of Performance (BOP) uit de WEC wordt veel gemaakt.
Bij BOP krijgen teams soms extra gewicht of beperkingen om het veld gelijk te trekken. Dat principe past niet bij Formule 1, vinden velen. De snelste teams worden niet gestraft, maar de langzaamste krijgen wel hulp.
“Het haalt een deel van de pure competitie weg,” klonk het ongenoegen in de paddock. Hoewel de intentie goed is, roept het systeem vragen op over de authenticiteit van de sport. De balans tussen innovatie en gelijkheid wordt dunner dan ooit.
Laat in het seizoen, maar toch nog upgrades
Ondanks de hitte en de krappe planning brengen sommige teams nog nieuwe onderdelen mee naar Austin. Dat is ongebruikelijk zo laat in het seizoen, maar voor wie punten wil veiligstellen, is elke kans welkom. Ocon legde uit wat zijn team heeft gedaan:
“We hebben een upgrade op de auto die hopelijk overal wat extra performance brengt. Het is laat in het seizoen om dat te doen, maar misschien geeft het ons net een klein voordeel.”
De meeste teams houden hun ontwikkelingen dit weekend bewust klein. Alleen Haas en Alpine hebben zichtbaar nieuwe onderdelen, terwijl Red Bull zich voorbereidt op upgrades voor de volgende races.
De rest beperkt zich tot afstellingen en vleugelvarianten om de temperatuur en bandenslijtage beter onder controle te krijgen. Een groot deel van de aandacht ging uit naar de achtervleugels, die veel zeggen over de strategie van elk team.
McLaren rijdt met een diepe, smalle ‘spoon’-vormige vleugel. Dat ontwerp focust op efficiëntie en stabiele luchtstroom in het midden van de auto. De Britse auto’s genereren daardoor flink wat downforce, maar houden de drag redelijk beperkt.
Bij Ferrari is het tegenovergestelde te zien. De Italiaanse auto’s hebben deze keer géén uitgesproken ‘spoon’. De achtervleugel is breed en vol beladen — volgens de technische analyse “vier op vijf” qua downforce.
Dat is hoog, en dat betekent: stabiliteit, maar ook meer weerstand. Red Bull en Mercedes kiezen een lichtere aanpak.
Red Bull rijdt met de minst beladen vleugel van de vier topteams.
De onderkant is dun en sterk gekromd, met een centrale sectie die iets naar voren en boven buigt. Mercedes volgt een soortgelijk ontwerp, maar met iets meer oppervlak. “Drie op vijf,” zou de technische score zijn.
De verschillen lijken klein, maar kunnen cruciaal worden in de sprint en de race. Ferrari en McLaren zetten in op grip, Red Bull en Mercedes op topsnelheid.
Aston Martin, Alpine, Haas en Racing Bulls in de middenmoot
Aston Martin trekt de aandacht met zijn kleurstelling — geel, zwart en klassiek groen — maar technisch gezien is het vooral de achtervleugel die het werk doet. Het team gebruikt vrijwel dezelfde vleugel als in Zandvoort: veel downforce, hoge bovenkant, lichtere onderzijde.
Ook hier geldt: vier op vijf qua belasting. Alpine daarentegen blijft trouw aan zijn lichte configuratie. “Ze hebben wat meer downforce nodig in sector 1 en 3,” klonk het bij het team. “Bandenmanagement is hier cruciaal.”
Toch blijft hun vleugel bescheiden, rond een twee op vijf op de schaal. Haas heeft meer te verliezen — en misschien ook te winnen. Voor de Amerikaanse thuisrace heeft het team nieuwe onderdelen aan de vloer en de bodywork meegenomen.
Slechts één coureur rijdt er dit weekend mee: Esteban Ocon test de set in de eerste vrije training, kwalificatie en sprintrace. Als alles goed werkt, krijgt ook de tweede auto de upgrade.
Het doel: de problemen in hoge snelheden verminderen. De technische staf hoopt dat deze aanpassingen Haas kunnen helpen de achterstand op teamburen Sauber en Racing Bulls te verkleinen.
Bij Racing Bulls blijven de wijzigingen klein. Hun vleugel lijkt sterk op die van Haas, iets minder beladen aan de onderzijde. De uiteinden lopen ronder af, wat de luchtweerstand iets verlaagt.
Onderaan de grid draait het om efficiëntie. Williams rijdt met de lichtste configuratie van het veld. Slechts twee op vijf qua downforce, wat zich vertaalt in hoge snelheid op de rechte stukken — maar minder grip in de bochten.
Sauber heeft een vleugel die lijkt op die van Williams, maar met een iets zwaardere onderzijde. Dat brengt ze op een drie op vijf qua belasting. Een klein verschil, maar genoeg om iets stabieler te zijn in de langzame bochten.
Deze keuzes laten zien hoe laat in het seizoen elke ploeg zijn eigen compromis zoekt tussen topsnelheid, balans en bandenslijtage.
McLaren’s hitteprobleem: koel, maar riskant
De temperaturen in Austin maken koeling een groot gespreksonderwerp. Vooral McLaren trekt de aandacht met een opvallend dichte carrosserie. Ondanks de hitte heeft de auto slechts twee kleine koelopeningen en een beperkte verluchting aan de achterkant.
“De motorafdekking is geoptimaliseerd tot op de millimeter. Dat is goed voor snelheid, maar risicovol bij deze temperaturen.”
De FIA heeft opnieuw een officiële heat warning afgegeven. De omstandigheden lijken op Singapore, en dat betekent dat teams hun koelstrategieën opnieuw moeten balanceren tussen performance en betrouwbaarheid.
Voor Haas is de Grand Prix van de Verenigde Staten meer dan een thuisrace. Het team uit Kannapolis ziet dit weekend als kans om hun seizoen te redden.
“Als we hier punten kunnen pakken, kan dat ons seizoen veranderen,” zei een teambaas. “De nieuwe onderdelen zijn klein, maar belangrijk. We willen de hoge-snelheidsproblemen eindelijk oplossen.”
De updates worden dit weekend getest op één auto. Als de resultaten goed zijn, krijgt de tweede Haas dezelfde onderdelen in de volgende race.
Het team beseft dat het risico groot is, maar ook dat dit de laatste mogelijkheid is om nog te stijgen in het constructeurskampioenschap.
De nieuwe ADU-regels geven hoop aan achterblijvers, maar zorgen bij velen voor ongemak. De late upgrades tonen dat teams blijven vechten, zelfs als het seizoen zijn einde nadert.
Austin wordt heet — in temperatuur, in spanning en in belangen. En achter elke nieuwe vleugel, koelopening en vloer schuilt dezelfde boodschap: niemand geeft op, hoe klein het verschil ook is.
