Lewis Hamilton heeft zich uitgesproken over het mogelijk terughalen van de V10-motor in de Formule 1. Tijdens het raceweekend in Shanghai gaf hij duidelijk aan dat hij dit idee ondersteunt, mits de overstap samengaat met duurzame brandstoffen.
Zijn kritiek op de huidige V6-motoren is helder. Volgens hem hebben ze nooit het indrukwekkende geluid geproduceerd dat eerdere motorformules kenmerkte.
“Het is geen geheim dat de V6 nooit echt goed heeft geklonken.”
Hamilton verwees naar zijn eerste herinnering aan een Formule 1-race in 1996 op Spa-Francorchamps, toen hij Michael Schumacher door de eerste bocht hoorde komen.
Hij beschreef hoe het geluid zijn borstkas deed trillen en hoe dat moment hem direct verslaafd maakte aan de sport. Juist dat fysieke en auditieve aspect van de V10 mist hij in de huidige generatie auto’s. Het verdwijnen van die intense beleving is voor hem een gemis dat nog steeds doorwerkt.
“Mijn ribbenkast trilde toen ik Schumacher hoorde – dat gevoel zijn we kwijtgeraakt.”
De Brit ziet daarom potentie in een terugkeer naar motoren die weer zintuigen prikkelen, zolang dit op verantwoorde wijze gebeurt.
Duurzaamheid staat daarbij voorop, maar volgens Hamilton is dat goed te combineren met het geluid van een verbrandingsmotor als die draait op hernieuwbare brandstof.
FIA onderzoekt haalbaarheid van V10-comeback
Tijdens het Grand Prix-weekend in China bevestigde FIA-directeur Nikolas Tombazis dat er serieus wordt gekeken naar de terugkeer van V10-motoren in combinatie met volledig duurzame brandstoffen.
De stijgende kosten van de huidige powerunits zijn een belangrijke drijfveer achter dit onderzoek. Volgens Tombazis zijn de hybride V6-motoren te duur in productie en onderhoud, wat op termijn onhoudbaar is.
“De huidige powerunits zijn veel te duur. Dat is een feit” – Nikolas Tombazis, FIA
De FIA onderzoekt daarom of het terugschakelen naar eenvoudiger motorarchitectuur kosten kan besparen.
Daarbij gaat het niet om een terugkeer naar oude technologie, maar om een moderne interpretatie van de V10, die voldoet aan de klimaatdoelstellingen van de sport. Dat betekent minder nadruk op batterijpakketten en meer focus op alternatieve brandstoffen.
De gesprekken met motorfabrikanten lopen, maar officiële besluiten zijn nog niet genomen. Het voorstel dat momenteel wordt besproken, richt zich op 2028.
Daarmee zou het pas ná de invoering van het al vastgestelde 2026-reglement komen, waarin de verhouding tussen verbrandingsmotor en elektromotor wordt verdeeld in een 50/50-verhouding.
Hamilton uitte niet alleen nostalgie, maar ook inhoudelijke kritiek op de huidige hybride systemen. Hij stelde dat de overstap naar V6-motoren destijds werd gepresenteerd als kostenbesparend en milieuvriendelijk.
In de praktijk bleek dat de technologie juist extreem duur was om te ontwikkelen. De toevoeging van batterijpakketten en bijbehorende software heeft de motoren complex en kostbaar gemaakt, zonder duidelijk bewijs dat dit de duurzaamheid heeft verbeterd.
“Ze zeiden dat het goedkoper zou worden, maar het heeft juist veel geld gekost om de V6’s te laten werken.”
Volgens hem moet er heroverwogen worden wat daadwerkelijk het beste pad is naar duurzaamheid binnen de Formule 1.
Hij pleit voor een verschuiving van focus, weg van elektrische opslag en terug naar efficiënte verbrandingsmotoren op niet-fossiele brandstoffen. Als dat de deur opent naar motoren met beter geluid en beleving, ziet hij dat als een win-winsituatie.
Deze uitspraken sluiten aan bij eerdere signalen van onvrede bij andere coureurs, waaronder Max Verstappen, die zich ook positief uitliet over de mogelijke terugkeer van V10-motoren.
Beleving versus regelgeving: balans blijft punt van discussie
De komst van hybride motoren in 2014 heeft de sport ingrijpend veranderd. Waar vroeger het motorgeluid als herkenbaar visitekaartje fungeerde, kreeg het hybride tijdperk te maken met kritiek op het vlak van beleving.
Fans klaagden over het gebrek aan volume en karakter. Voor coureurs als Hamilton, die zijn passie mede vond dankzij het geluid, is dat verlies voelbaar.
Tegelijk blijft het evenwicht tussen technologie, milieu en entertainment een lastig dossier. De sport zoekt naar wegen om relevant te blijven binnen bredere maatschappelijke verwachtingen.
Duurzaamheid is daarbij geen keuze meer, maar een voorwaarde. Toch lijkt er volgens Hamilton voldoende ruimte voor aanpassing van de motorformule zonder aan geloofwaardigheid of milieudoelstellingen in te boeten.
“Als we kunnen teruggaan naar die motoren met dat geweldige geluid én we blijven duurzaam, dan zeg ik: waarom niet?”
Dat citaat vat zijn standpunt goed samen. Het gaat Hamilton niet alleen om nostalgie, maar om het herstel van een essentieel onderdeel van wat de Formule 1 uniek maakt. Zijn visie sluit aan bij de wens van veel fans om weer motoren te horen die je letterlijk in je buik voelt.
Op dit moment zijn de plannen nog in verkennende fase. De FIA overlegt met motorfabrikanten over de technische en financiële haalbaarheid. De gesprekken zijn serieus, maar er is geen definitief besluit genomen.
De eerstvolgende wijziging in het motorreglement staat gepland voor 2026, met een verdeling van 50 procent verbrandingsmotor en 50 procent elektrisch vermogen. Een mogelijke V10-comeback zou dus op z’n vroegst in 2028 kunnen plaatsvinden.