Formule 1 staat op een kantelpunt. De introductie van de nieuwe turbo-hybride powerunits voor 2026, die voor de helft op batterijvermogen draaien, is nog niet eens van start gegaan.
Toch worden er nu al gesprekken gevoerd over een mogelijke koerswijziging. De zorgen zijn zo concreet geworden dat de terugkeer van een V10- of V8-motorconcept, draaiend op duurzame brandstof, weer serieus op tafel ligt.
De nieuwe motorregels zouden oorspronkelijk gelden van 2026 tot eind 2030. Maar er is nu sprake van dat een terugkeer naar conventionele verbrandingsmotoren al in 2028 of 2029 plaatsvindt.
“F1 moet evalueren of een terugkeer naar V10-motoren haalbaar is.” – FIA-president Mohammed Ben Sulayem
Daarmee ontstaat een fundamentele vraag: heeft het überhaupt nog zin om in 2026 met de nieuwe hybrides te starten, als die na twee seizoenen alweer overboord worden gegooid?
Sommige teambazen pleiten zelfs voor het verlengen van de huidige motorformule tot 2028, zodat fabrikanten zich direct kunnen richten op de ontwikkeling van nieuwe V10-motoren. Daarmee zouden ze kosten besparen en dubbel werk vermijden.
Fabrikanten waarschuwen voor prestatieverlies en kostenexplosie
De turbo-hybride motoren die in 2026 worden ingevoerd, zijn ontworpen om aantrekkelijk te zijn voor nieuwe fabrikanten. De keuze voor volledig duurzame brandstoffen en het schrappen van de MGU-H moest drempels wegnemen.
Audi stapte daardoor in, Porsche toonde interesse, en ook Honda kwam terug op haar besluit om te stoppen.
Maar bij de uitwerking van de nieuwe regels kwamen problemen aan het licht. Simulaties lieten zien dat auto’s tijdens het accelereren op rechte stukken plotseling zonder batterijstroom zouden komen te zitten.
Coureurs zouden zelfs terug moeten schakelen vóór een remzone om energie te sparen.
Om dat te compenseren, ontwikkelde de FIA regels rond actieve aerodynamica. Voor- en achtervleugels bewegen straks tijdens het rijden om afwisselend meer downforce of minder luchtweerstand te genereren.
Toch blijven zorgen bestaan over het effect op de races zelf.
De batterijen zorgen daarnaast voor flinke extra kosten en gewichtstoename. Voor veel fabrikanten is het lastig om op korte termijn competitieve technologie te ontwikkelen, zonder miljoenen extra te investeren.
“Als fabrikanten bovenmatig moeten investeren in complexe batterijtechnologie, kunnen ze afhaken.”
Hoewel het idee van een terugkeer naar V10-motoren lang werd gezien als nostalgie, is het nu een reëel scenario. Sebastian Vettel toonde tijdens de Britse Grand Prix van 2022 een aangepaste V10-Williams op duurzame brandstof.
Sindsdien leeft het idee onder meer bij fans én technisch personeel.
Tijdens een recente vergadering van de F1-commissie kwam het onderwerp ter sprake toen Christian Horners telefoon afging en Bernie Ecclestone op speaker werd gezet. De voormalig F1-baas stelde terloops voor om V10’s terug te brengen.
Kort daarna postte FIA-president Ben Sulayem op sociale media dat de organisatie een werkgroep instelt om het idee te onderzoeken.
De voordelen zijn duidelijk:
- Minder complexe techniek dan de hybride-opzet
- Goedkopere ontwikkeling en productie
- Hoger motorgeluid, wat bij fans goed ligt
- Minder gewicht door het schrappen van batterijonderdelen
- Mogelijke terugkeer van onafhankelijke fabrikanten zoals Cosworth
Voorstanders binnen de paddock noemen het idee “aantrekkelijker voor fans én financieel haalbaarder voor teams.”
Praktische en politieke obstakels bij koerswijziging
Een terugkeer naar V10- of V8-motoren vereist goedkeuring van vier van de vijf betrokken fabrikanten, naast toestemming van de FIA en F1 zelf. Audi zou mogelijk dwarsliggen, omdat het zijn hele motorproject baseerde op de 2026-regels.
Als enige tegenstem zou dat het plan kunnen blokkeren. Mohammed Ben Sulayem zei hierover:
“We laten geen enkele fabrikant achter in een onmogelijke situatie.”
Maar hij gaf ook aan dat de FIA een bredere verantwoordelijkheid heeft om F1 betaalbaar en relevant te houden. Als Audi weigert en anderen willen doorgaan, moet het merk mogelijk zelf de gevolgen inschatten.
Tegelijkertijd is terugdraaien van de 2026-regels geen optie. Teams zoals Mercedes hebben hun volledige productielijnen al aangepast aan de nieuwe motoren.
Bovendien zou het schrappen van die regels een unanieme stemming vereisen onder alle teams, wat niet realistisch lijkt.
McLaren, Williams en Alpine zouden zonder motorleverancier komen te zitten als Red Bull en Ford afhaken. Mercedes gaf zelfs aan dat het fysiek niet in staat is om nog genoeg huidige motoren te produceren voor een alternatieve overgangsperiode.
De terugkeer naar een V10 of V8 hoeft niet exact hetzelfde te zijn als in het verleden. Er wordt gekeken naar verschillende varianten:
- Een atmosferische motor zonder turbo of batterijondersteuning
- Een versie met turbo, om geluidsniveaus te temperen en brandstofverbruik te beperken
- Eventueel een eenvoudig kinetisch terugwinsysteem, zoals de oude KERS-systemen
Hiermee zou F1 kunnen balanceren tussen spektakel, duurzaamheid en technologische relevantie. Een lichtere auto met eenvoudiger motoropbouw kan het racen spannender maken en de instapkosten verlagen.
De gesprekken die Nicholas Tombazis in China voerde met motorfabrikanten draaiden om twee kernvragen:
- Moet F1 per 2028 of 2029 overstappen naar een andere motorformule die eenvoudiger, goedkoper en aantrekkelijker is voor zowel fabrikanten als fans?
- Wat moet er dan gebeuren met de geplande motoren van 2026: handhaven tot de nieuwe V10’s komen, of de invoering helemaal schrappen?
Hoewel er nog geen definitief voorstel ligt, geven insiders aan dat het momentum nu verschuift richting verandering.