Terwijl het Formule 1-seizoen van 2025 nog in volle gang is, wordt er achter de schermen al maandenlang gebouwd aan iets groots. Aston Martin en Honda bereiden zich voor op een nieuw tijdperk, waarin ze als fabrieksteam samen de aanval willen openen op de gevestigde orde.
En volgens teambaas Andy Cowell loopt het project beter dan velen denken. Na jaren als klantenteam rijdt Aston Martin vanaf 2026 met een eigen powerunit van Honda. Daarmee komt er een einde aan de relatie tussen Honda en Red Bull.
De Japanse fabrikant richt zich volledig op het nieuwe tijdperk in de Formule 1 — met nieuwe regels én een nieuwe partner. Andy Cowell, CEO en teambaas van Aston Martin, is duidelijk over de omvang van het project:
“Het is een enorme transformatie om van klantenteam naar fabrieksteam te gaan, tegelijk met alle regelwijzigingen, een nieuwe fabriek en compleet nieuwe apparatuur.”
De powerunit wordt ontwikkeld in Honda’s thuisbasis in Sakura, terwijl Aston Martin gelijktijdig werkt aan de integratie van de aandrijflijn in het chassis. Cowell benadrukt hoe nauw de samenwerking verloopt tussen beide partijen. De transmissie wordt zowel in Silverstone als in Japan getest. Alles moet naadloos op elkaar aansluiten.
Testen, passen en meten
Het technische proces is al maanden bezig. Honda ontwikkelt het motorblok, Aston Martin de koppeling met chassis en versnellingsbak. Volgens Cowell past de aandrijflijn inmiddels “als een handschoen” op de achterkant van het monocoque en de voorkant van de versnellingsbak.
“De hardware is getest in Sakura. Onze transmissie is daar óók getest, en in Silverstone. We hebben dagelijkse meetings en regelmatig overleg op hoger niveau.”
Daarmee krijgt het project steeds meer vorm. Cowell noemt het een ‘enjoyable change’, ondanks de druk en intensiteit die bij de voorbereiding komen kijken.
Wat volgens hem het verschil maakt? De houding van het team. “Iedereen wil vooruit. Iedereen wil winnen. En iedereen is bereid om anders te werken als dat nodig is.” Die collectieve energie is essentieel, zeker gezien de hoeveelheid veranderingen tegelijk.
Ook Honda-president Koji Watanabe liet zich eerder uit over de ontwikkelingen. In zijn woorden klinkt opluchting en vertrouwen, vooral omdat Honda deze keer beter voorbereid is dan bij de vorige terugkeer in de Formule 1.
“In 2015 startten we opnieuw, vanaf nul. Dat doen we nu niet. Het ontwikkelproces verloopt veel soepeler.”
Die uitspraak is veelzeggend. Waar Honda in 2015 worstelde met betrouwbaarheid en prestaties — en McLaren vaak achteraan reed — lijkt het nu een gestructureerd traject met gedeelde verantwoordelijkheid. Dat is ook zichtbaar in de gedeelde testcycli en de regelmatige afstemming.
De rol van Adrian Newey
Een cruciale factor in dit alles is de komst van Adrian Newey. De voormalig Red Bull-topman is sinds kort technisch partner én aandeelhouder bij Aston Martin. Zijn aanwezigheid maakt meteen indruk — ook bij Honda.
“Het is een eer om opnieuw samen te werken met Newey bij Aston Martin. We gaan samen een competitieve Formule 1-auto bouwen.” — Koji Watanabe, president Honda Racing
Newey’s ervaring met complexe aerodynamica en integratie van powerunits wordt gezien als een sleutel tot succes. Zijn betrokkenheid kan ervoor zorgen dat de Honda-powerunit niet alleen krachtig, maar ook efficiënt wordt ingebouwd in het totaalconcept van de auto.
De ontwikkeling van de 2026-auto en powerunit vindt plaats in een periode vol veranderingen. Naast de nieuwe regels (waaronder een grotere elektrische component in de hybride systemen), bouwt Aston Martin ook aan een nieuwe fabriek en infrastructuur. Alles moet in 2026 samenkomen.
De toon is helder: dit project is geen bijzaak. Het is een nieuwe fase in de ambities van Aston Martin. Van middenmoter naar koploper, met Honda als technische spil. Of het lukt, valt nog te bezien. Maar de bouwstenen liggen er — en het enthousiasme is voelbaar.
De komende maanden zullen cruciaal zijn. De tijd tikt. Maar voor het eerst sinds lange tijd klinken de geluiden bij Aston Martin niet voorzichtig, maar vastberaden.