In een sport die draait om data, simulaties en algoritmes, tekent Adrian Newey zijn auto’s nog altijd met potlood op een bord. Terwijl andere ingenieurs werken met digitale CFD-modellen, houdt de meesterontwerper vast aan de tekentafel.
Zijn eigenzinnige methode maakt hem uniek — en volgens velen ook legendarisch. Tijdens het Goodwood Festival of Speed blikte Newey terug op zijn carrière en gaf hij toe dat zijn werkwijze al lang achterhaald lijkt.
Toch blijft hij vasthouden aan wat hij kent. En precies dat zet hem opnieuw in de spotlights, nu hij bij Aston Martin werkt aan een nieuw hoofdstuk. Adrian Newey is niet zomaar een technisch directeur.
Hij is de man achter twaalf constructeurstitels, het brein dat auto’s ontwierp voor Williams, McLaren, Red Bull — en sinds 2025 ook voor Aston Martin. Maar waar collega’s zweren bij windtunnels en simulatiesoftware, gebruikt Newey nog steeds een tekenbord. Geen nostalgie, maar noodzaak, zegt hij.
“Ik ben de laatste dinosaurus in de industrie die nog een tekentafel gebruikt. Dat is waar.”
Voor hem is tekenen meer dan techniek. Het is een taal. Een manier om ideeën vanuit zijn hoofd direct om te zetten in vorm. In plaats van in code of modellen, denkt hij in lijnen, krommingen en stroming. Die aanpak is zeldzaam geworden in deze tijd, waar zelfs juniorontwerpers vaak beginnen in software-interfaces.
Van potlood naar paddock
De evolutie van het autodesign in de Formule 1 is snel gegaan. Newey, die begon in de jaren ’80, zag het allemaal veranderen: van kleinschalige teams naar organisaties met honderden specialisten, en van intuïtieve inzichten naar digitale perfectionering.
“Het grote verschil kwam toen computers hun intrede deden in de jaren ’90. Daarmee werd ons begrip van aerodynamica ineens veel dieper dan ooit.”
Toch veranderde Newey niet mee met elke golf. Hij bleef trouw aan zijn methode, zelfs toen CFD (computational fluid dynamics) de norm werd. Juist dat maakt hem volgens velen zo bijzonder: hij weet high-tech prestaties te leveren met low-tech gereedschap.
Vanaf 2026 ondergaat de Formule 1 een enorme verandering. Zowel het chassis als de powerunit-regels gaan volledig op de schop. Dat soort overgangen zijn precies wat Newey nodig heeft. Grote veranderingen betekenen ruimte voor nieuwe ideeën — en dus voor ontwerpers die outside the box durven denken.
“Ik vind reglementswijzigingen stimulerend. Ze geven ruimte om opnieuw te beginnen met frisse inzichten.”
Newey beweert niet dat Aston Martin daarmee direct succes zal boeken. Maar het prikkelt hem wel. Voor een creatieve geest als hij is dat voldoende: de uitdaging is groter dan het resultaat.
Een unieke rol bij Aston Martin
Dat Aston Martin Newey aan boord heeft gehaald, zegt veel over hun ambitie. Het team uit Silverstone wil eindelijk doorbreken naar de top. En wie beter dan een man die weet hoe je titels wint? Zijn aanpak mag dan ouderwets lijken, zijn resultaten spreken voor zich.
De combinatie van old-school vakmanschap en een team dat openstaat voor vernieuwing zou wel eens precies zijn wat nodig is in het tijdperk na Red Bull-dominantie.
In plaats van blindelings digitaliseren, kiest Aston Martin met Newey bewust voor een mix van ervaring en intuïtie. Waar andere ontwerpers zich laten leiden door processen en workflows, volgt Newey zijn eigen ritme.
Hij noemt tekenen “een vorm van denken”. En dat blijkt te werken. Terwijl anderen de nieuwste software updaten, trekt hij een lijn. En die lijn leidt vaak naar de overwinning.
In een sport waar snelheid alles is, kiest Adrian Newey nog altijd voor de langzaamste weg — maar wel één met precisie, visie en gevoel. En misschien is dat precies wat Formule 1 soms nodig heeft: een dinosaurus met een potlood.