Na meerdere technische uitvalbeurten in slechts een handvol races, zou je verwachten dat de sfeer bij Mercedes gespannen is. Toch blijft teambaas Toto Wolff onverminderd positief over de betrouwbaarheid van de Mercedes powerunits. Zijn boodschap is duidelijk: paniek is nergens voor nodig.
De recente incidenten – van Alex Albon’s uitval in Canada tot Kimi Antonelli’s DNF in Imola – roepen bij fans en analisten vragen op over de betrouwbaarheid van de Mercedes-motoren.
Toch spreekt Wolff dat beeld resoluut tegen. Volgens hem is de reputatie van Mercedes sinds 2014 niet zomaar verworven, en blijven de motoren “zo goed als goud”.
Tijdens de Grand Prix van Canada viel Williams-coureur Alex Albon al na zeven ronden uit met motorproblemen. Het was geen op zichzelf staand incident: eerder in het seizoen liep George Russell in Monaco tegen een elektrisch probleem aan in de kwalificatie, en bij Kimi Antonelli ging het in Imola mis met het gaspedaal.
Ook klantenteam Aston Martin bleef niet gespaard. Fernando Alonso verloor in Monaco vermogen en moest zijn auto uiteindelijk aan de kant zetten. In Spanje was er opnieuw een uitvalbeurt, deze keer vanwege oliedrukproblemen in de motor.
In korte tijd werd duidelijk dat zowel fabriekscoureurs als klanten hinder ondervonden van uiteenlopende motorstoringen. De optelsom leidde tot groeiende zorgen over de betrouwbaarheid van de Mercedes-powerunit.
Wolff pareert de kritiek
Toch weigerde Toto Wolff na de race in Canada om mee te gaan in het negativisme. Volgens hem gaat het om uitzonderingen, niet om een trend. Hij benadrukte dat Mercedes sinds de start van het hybride tijdperk in 2014 een uitzonderlijk betrouwbare motor heeft gebouwd.
“Onze motoren zijn sinds de invoering van de hybride-aandrijving goud waard geweest – zo sterk.”
“Statistisch gezien zijn de uitvalmomenten minimaal. Natuurlijk moeten we analyseren wat er misging bij Albon, maar ik weet zeker dat we dat begrijpen zodra we de data hebben.”
Volgens Wolff ligt de volledige focus van het High Performance Powertrains-team inmiddels op het motorreglement voor 2026. De huidige motoren draaien hun laatste jaar, en dat verklaart volgens hem ook deels waarom er minder nadruk ligt op perfectie in detail.
Mercedes was bij de invoering van de V6-hybride powerunit in 2014 direct toonaangevend. De Duitse fabrikant won acht constructeurstitels op rij en leverde zeven opeenvolgende wereldkampioenen af.
Die dominantie kwam niet alleen door chassis, maar vooral door een superieure en duurzame motor. In die context zijn de huidige problemen relatief.
Waar andere teams jarenlang kampten met terugkerende technische problemen, bleef Mercedes jarenlang gevrijwaard van serieuze motorpech. Dat maakt de recente storingen opvallend, maar nog geen reden tot paniek.
Impact op klantenteams
Voor teams als Williams en Aston Martin, die afhankelijk zijn van de Mercedes-motoren, zijn de storingen pijnlijk. Een motorprobleem betekent automatisch nul punten, en voor teams die vechten in het middenveld telt elke kans op een top-tienklassering.
Alex Albon’s uitvalbeurt in Canada – terwijl hij zich opnieuw in de punten leek te nestelen – was dan ook frustrerend. En ook bij Aston Martin begint het geduld op te raken, zeker nu Alonso meermaals hinder ondervond van vermogensverlies in cruciale fasen van de race.
Mercedes weet dus dat het meer is dan een intern probleem: de betrouwbaarheid van hun motor raakt meerdere teams en meerdere belangen in het kampioenschap.
Toch blijft Wolff vasthouden aan het grotere plaatje. 2025 is het laatste seizoen onder het huidige motorreglement.
Alle aandacht van het powerunit-team is inmiddels verschoven naar het ontwerp van de 2026-powerunit. Foutjes kunnen daardoor sneller insluipen, maar het vertrouwen in de basis blijft onaangetast.
“Hywel Thomas en zijn team hebben de situatie volledig onder controle, aldus Wolff. We weten dat het incidenten zijn, geen structurele fouten.”
De boodschap van Wolff is duidelijk: Mercedes blijft geloven in haar technologie en technische staf. Kleine haperingen mogen de reputatie van een decennium niet overschaduwen.
Of de motoren daadwerkelijk “goud waard” blijven, zal het tweede deel van het seizoen uitwijzen. Maar de rust waarmee Wolff spreekt, is typerend voor een team dat het winnen gewend is — en weet wanneer paniek misplaatst is.
