Ferrari dacht met nieuwe updates in Oostenrijk een stap richting het podium te zetten. In plaats daarvan sloeg de realiteit keihard toe. De tijdverschillen met McLaren zijn zo groot, dat zelfs de interne alarmbellen afgaan.
De Scuderia bracht een nieuw vloerconcept mee naar Spielberg, inclusief subtiele wijzigingen aan de randen en diffuser. Alles om de onvoorspelbare achterkant van de SF-25 onder controle te krijgen. Maar wie hoopte op een directe doorbraak, kreeg koude cijfers in het gezicht gesmeten.
Vrijdag leek op papier misschien niet dramatisch. Leclerc klokte de vijfde tijd in de tweede vrije training. Maar wie dieper in de cijfers duikt, ziet hoe groot het werkelijke gat is: 0,610 seconden achterstand op Lando Norris, op een baan van slechts 64 seconden per ronde.
Nog schrijnender is waar Ferrari die tijd laat liggen. In bocht 1 verloor Leclerc al twee tienden. Bocht 4 was nóg erger: bijna een halve seconde verlies op McLaren. Zelfs als hij die tijd deels terugwon in andere sectoren, zegt de telemetrie genoeg: de SF-25 heeft het ritme niet.
“Hij verloor bijna een halve seconde in Turn 4. Norris kon daar veel stabieler en sneller insturen.”
Leclerc vecht, Hamilton zucht
Ook Lewis Hamilton had het zwaar in de Ferrari. Hij eindigde FP2 op plek tien, met bijna een seconde achterstand op de top. In de openingsfase klonk zijn radiobericht veelzeggend: “De pace is er niet, en ik weet niet waarom.”
Leclerc bleef opvallend stil, afgezien van een uitstapje buiten de baan dat visueel duidelijk maakte hoe weinig vertrouwen hij nog voelt. De auto voelt nerveus. Elke fout wordt genadeloos afgestraft — en dat in een fase van het seizoen waarin teams juist stabiliteit moeten vinden.
Toch is er niet alleen kommer en kwel. In de longruns op de medium band zat Leclerc slechts 0,131 seconden per ronde achter Norris. Zijn tijden waren zelfs consistenter dan die van Antonelli of Norris. Op raceafstand lijkt Ferrari dus wel degelijk mee te kunnen, al is het met kleine marges.
“Op dit moment is de racesnelheid onze sterkste kant. Maar zonder kwalificatiesnelheid starten we steeds achteraan het gevecht.”
Hamilton reed op softs, net als Verstappen. Ook daar waren de verschillen klein. Maar de onzekerheid blijft: niemand weet exact met welke motorstanden of brandstofladingen er gereden werd. En op de Red Bull Ring maakt verkeer het nog lastiger om een zuiver beeld te krijgen.
Kwalificatie blijft zwakke plek: McLaren ligt straten voor
Het patroon van 2025 is inmiddels duidelijk. Ferrari mist het rauwe tempo voor één vliegende ronde. Sinds Monaco, waar Leclerc won, is er op zaterdag geen vooruitgang geboekt. De beste kwalificatiepositie buiten Monaco? Derde in Bahrein. Daarna is het vooral p5 of lager.
Zeker op een kort circuit als Oostenrijk is elke tiende cruciaal. McLaren wint in de snelle bochten tijd omdat hun auto stabieler ligt. Ferrari’s updates veranderen daar voorlopig weinig aan. En zolang dat niet verandert, blijft het vechten tegen de klok.
De GP van Oostenrijk is symbolisch: het begin van het Europese seizoen en de laatste fase voor de zomerstop. Als Ferrari nú geen sprong maakt, wordt het steeds logischer om alles te zetten op 2026, met compleet nieuwe regels.
“Het zou zomaar kunnen dat dit onze laatste serieuze update is, klinkt het vanuit het team. Als de data zo blijft, moeten we keuzes maken.”
De komende kwalificatie wordt dus cruciaal. Niet alleen voor de startpositie van zondag, maar ook voor de strategie van het hele team. Nog één kans om te laten zien dat deze auto potentie heeft. Zo niet, dan moet Ferrari zichzelf opnieuw uitvinden — alweer.