Een scheldtirade vol zelfhaat, ongecensureerd en niet uitgezonden op tv. Charles Leclerc had zich meer voorgesteld van de kwalificatie op Silverstone.
Maar na P1 in de laatste vrije training en veelbelovende snelheid op de harde banden, eindigde de Ferrari-coureur opnieuw teleurgesteld: zesde op de grid. En dat liet hij onverbloemd merken.
Op papier leek alles mee te zitten voor Leclerc. Ferrari had de snelheid, de auto voelde stabiel, en de Monegask liet in de trainingen zien dat hij scherp was. Maar in Q3 viel alles uit elkaar. In een ongehoorde, onuitgezonden teamradio liet hij zijn emoties de vrije loop:
“Fck, fck, fck, fck! Ik ben zó f*cking slecht. Dat is alles wat ik ben.” — Charles Leclerc (teamradio, ongecensureerd)
Wat begon als een onschuldige frustratie na een teleurstellende run, escaleerde snel in een persoonlijk statement vol woede, richting niemand anders dan zichzelf.
Geen grip, geen balans — maar wel frustratie
Na de sessie probeerde Leclerc de woede van zich af te praten in de media, maar zijn teleurstelling was voelbaar:
“Ik doe mijn werk niet. In de races presteer ik sterk, maar in kwalificatie — waar ik vroeger in uitblonk — lukt het gewoon niet meer.”
Volgens Leclerc ligt het probleem niet bij het team of bij de auto, maar bij iets onverklaarbaars wat telkens in Q2 of Q3 opspeelt. Een probleem dat hem het vertrouwen kost op het moment dat het moet gebeuren.
“Het is geen balansprobleem. Geen gripprobleem. Het is iets heel raars in de auto, vooral in snelle bochten.”
Ironisch genoeg presteerde de Ferrari volgens Leclerc in bepaalde segmenten beter dan McLaren, zeker in de high-speed gedeeltes. Maar dat maakte de frustratie alleen maar groter.
Want als de auto sterk genoeg is voor meer, maar het er niet uitkomt, wijst alles naar de bestuurder. En daar neemt Leclerc geen genoegen mee.
“De auto is goed. We moeten het alleen samenbrengen. En dat lukt me nu niet.”
Hij benadrukte dat het team goed werk levert en dat het race pace er wél is. Maar telkens starten vanaf plek zes betekent achtervolgen — iets wat je, zeker op circuits als Silverstone, niet lang volhoudt tegen coureurs met een ‘clean race’.
Leclerc erkent het patroon. Sinds de seizoensstart rijdt hij sterke races, maar vervalt hij telkens in frustratie na de zaterdag. En dat ondermijnt niet alleen zijn weekend, maar ook zijn vertrouwen in wat ooit zijn specialiteit was: één ronde, maximale aanval, pole pakken.
“Elke keer als ik terugkijk op een race, denk ik: dat was oké. Maar bij kwalificaties? Daar wil ik zóveel dingen overdoen.” — Charles Leclerc
Het is niet de eerste keer dat Leclerc zichzelf publiekelijk afbrandt. Maar deze uitbarsting — ongefilterd, op de radio — toont hoe hoog de druk is binnen Ferrari. Niet van buitenaf, maar van binnenuit. Leclerc weet dat hij beter kan. En juist dat maakt het verschil.