Bij McLaren groeit de spanning. Terwijl Lando Norris met zijn overwinning in Mexico de leiding in het wereldkampioenschap overneemt, worstelt Oscar Piastri met zijn vorm.
De Australische coureur kwam niet verder dan een vijfde plaats en verloor daarmee niet alleen terrein op zijn teamgenoot, maar ook vertrouwen in zijn eigen auto.
In aanloop naar de Grand Prix van São Paulo onderzoekt McLaren wat er precies aan de hand is. Toch heeft het team al duidelijk gemaakt dat het één suggestie, populair in het verleden, resoluut afwijst: het wisselen van chassis tussen de twee coureurs.
Na een indrukwekkend seizoen met meerdere podiumplaatsen en constante snelheid lijkt Oscar Piastri sinds enkele races moeite te hebben met het tempo van Lando Norris.
In Mexico verloor hij tijd over de hele ronde en wist hij het ritme van zijn teamgenoot niet te volgen. Volgens McLaren ligt dat niet per se aan druk of zenuwen, maar het team sluit niet uit dat zelfvertrouwen een rol speelt.
De pauze tussen Mexico en Brazilië wordt daarom gezien als cruciaal. Nog een teleurstellend weekend zou Norris stevig aan de leiding brengen in de titelstrijd — en Piastri’s kansen ernstig verkleinen.
Chassiswissel? Niet bij McLaren
Toen Racing Bulls vorig jaar Daniel Ricciardo hielp door hem een ander chassis te geven, werkte dat kortstondig positief. De ingreep, waarbij de monocoques van beide auto’s worden omgewisseld, kan psychologisch effect hebben:
Een coureur voelt zich letterlijk in een “nieuw” voertuig en krijgt soms weer vertrouwen. Maar bij McLaren gaat die vlieger niet op. Volgens Motorsport Italy heeft een senior bron binnen het team bevestigd dat dit “een wat ouderwetse manier van doen” is — en daarom niet aan de orde komt.
De engineers controleren liever elk onderdeel van Piastri’s auto afzonderlijk, van vleugels tot vloerpanelen, om technische problemen uit te sluiten.
McLaren ziet het chassis zelf niet als boosdoener. De focus ligt op data-analyse, afstelling en rijgedrag. Daarmee kiest het team bewust voor een moderne, analytische aanpak in plaats van een symbolisch gebaar.
Een ander belangrijk punt binnen McLaren is de open samenwerking tussen Piastri en Norris. Waar sommige teams in het verleden informatie tussen coureurs afschermden, delen beide McLaren-coureurs nog steeds al hun data.
Volgens Tom Stallard, race-engineer van Piastri, is er geen sprake van geheimhouding of interne politiek. Beide coureurs analyseren elkaars rondes en telemetrie tot in detail, juist om elkaar beter te maken.
Piastri wil niet simpelweg van Norris winnen, maar van zijn “beste versie”. Die houding past bij het beleid van McLaren: competitie binnen duidelijke, gezamenlijke grenzen. De prioriteit is het team sneller maken, niet de rivaliteit tussen de coureurs aanwakkeren.
Analyse van onderdelen en mindset
In Woking wordt ondertussen alles doorgelicht. De technische staf onderzoekt of kleine afwijkingen in aerodynamica of slijtage aan componenten een rol kunnen spelen. Vooralsnog lijkt dat niet het geval.
Het team vermoedt dat het probleem deels mentaal is: het subtiele verschil tussen vertrouwen en twijfel. Wanneer een coureur dat gevoel verliest, kan zelfs een perfecte auto plots onvoorspelbaar aanvoelen.
Daarom probeert McLaren dat vertrouwen te herstellen via setupaanpassingen en simulatorwerk, niet via symbolische ingrepen zoals chassisruil.
De engineers willen dat Piastri de limieten opnieuw leert voelen, zonder shortcuts. Dat betekent geduld — en vertrouwen in de eigen methode. Met slechts vier races te gaan scheelt er één punt tussen Norris (357) en Piastri (356).
Max Verstappen volgt op afstand met 321 punten. Binnen McLaren is de sfeer nog steeds collegiaal, maar iedereen weet dat de komende weken beslissend worden.
Hoe Piastri zich herpakt, zal bepalen of McLaren tot de laatste race twee titelkandidaten in huis houdt — of dat Norris definitief de overhand krijgt. Eén ding is duidelijk: er komt geen snelle truc of “ouderwetse” oplossing.
McLaren vertrouwt op data, samenwerking en discipline. En als het team gelijk krijgt, zou dat wel eens het bewijs kunnen zijn dat moderne Formule 1 niet om magie draait — maar om methodiek.