Alpine F1 Team verkeert in ernstige problemen en lijkt af te stevenen op een definitief vertrek uit de Formule 1. De recente aankondiging dat Renault zijn motorenafdeling sluit en onderdelen gaat kopen bij Mercedes, markeert het einde van Alpine’s ambities in de koningsklasse van de autosport.
Dit volgt op jaren van teleurstellende resultaten, mislukte plannen en een hoog personeelsverloop. De beslissing om een klantenteam te worden maakt het vrijwel onmogelijk om nog competitief te zijn in de Formule 1.
De turbulente geschiedenis van Renault
Renault’s betrokkenheid bij de Formule 1 kent een grillig verloop. Het Franse merk maakte zijn debuut in 1977 en bleef tot 1985 actief als fabrieksteam. In deze periode waren er enkele successen, maar ook veel technische problemen. Na een periode als motorleverancier keerde Renault in 2002 terug als volledig team. Dit leidde tot twee wereldtitels in 2005 en 2006 met Fernando Alonso.
Na het controversiële ‘Crashgate’-schandaal in 2008 trok Renault zich opnieuw terug, om in 2016 weer een comeback te maken. Deze terugkeer ging gepaard met ambitieuze plannen om binnen vijf jaar weer mee te doen om de titel. Deze doelstelling werd echter bij lange na niet gehaald.
In 2021 onderging het team een naamsverandering naar Alpine, als onderdeel van een nieuwe marketingstrategie. CEO Laurent Rossi presenteerde een ‘100-races plan’ om terug te keren aan de top. Dit plan omvatte investeringen in faciliteiten en personeel, maar leverde tot nu toe weinig concrete resultaten op.
Mislukte ambities en dalende prestaties
Het ‘100-races plan’ van Alpine is volledig mislukt. In plaats van te strijden om overwinningen, vecht het team nu om de laatste puntenplaatsen. De prestaties zijn dramatisch verslechterd ten opzichte van enkele jaren geleden. Het team heeft moeite om talent vast te houden, wat bleek uit het vertrek van Fernando Alonso en Oscar Piastri.
De recente beslissing om de eigen motorontwikkeling te staken en onderdelen bij Mercedes te kopen, is een duidelijk teken dat Renault het vertrouwen in het project heeft verloren. Dit maakt het vrijwel onmogelijk om in de toekomst nog competitief te zijn tegen de topteams.
Financiële overwegingen
Door over te stappen op klantenonderdelen kan Alpine aanzienlijk besparen op ontwikkelingskosten. Het Formule 1-project is een enorme kostenpost geweest voor Renault, zonder de gewenste resultaten op te leveren. De overstap naar Mercedes-onderdelen is waarschijnlijk een poging om de verliezen te beperken.
Deze beslissing maakt het team echter ook minder aantrekkelijk voor potentiële kopers. Het verlies van de eigen motorafdeling vermindert de waarde van het team aanzienlijk. Dit zou kunnen wijzen op een strategie om het team op termijn volledig te verkopen en uit de Formule 1 te stappen.
De rol van Flavio Briatore
De terugkeer van Flavio Briatore bij het team is opmerkelijk. Briatore, die eerder betrokken was bij het ‘Crashgate’-schandaal, wordt gezien als een controversiële figuur in de Formule 1. Zijn aanstelling lijkt meer gericht op het voorbereiden van een verkoop dan op het verbeteren van de sportieve prestaties.
Briatore’s expertise ligt vooral in het sluiten van deals en het netwerken binnen de Formule 1-wereld. Zijn aanwezigheid zou erop kunnen duiden dat Renault actief op zoek is naar kopers voor het Alpine F1-team.
De situatie bij Alpine zou interessant kunnen zijn voor het Andretti-Cadillac project, dat probeert toe te treden tot de Formule 1. Een overname van Alpine zou Andretti direct toegang geven tot een bestaand team, inclusief de waardevolle startplaats in de Formule 1.