Tijdens de Canadese Grand Prix van 2024 reed Sergio Perez met een afgebroken achtervleugel terug naar de pits. Het leek een slimme zet om een safety car te vermijden, maar het leverde Red Bull een forse boete en een gridstraf op.
Het incident laat precies zien waarom teams verplicht zijn om beschadigde auto-onderdelen aan de FIA te overhandigen. Volgens artikel 26.10 van de Sporting Regulations (2025) moet een auto met significante structurele schade direct van de baan zodra dat veilig kan.
De race director kan een team hiertoe ook expliciet opdracht geven. Beschadigde onderdelen worden daarna door de FIA ingenomen voor inspectie, vaak tijdens parc fermé of direct na een incident.
De eerste reden voor deze verplichting is simpel: veiligheid. Beschadigde onderdelen kunnen onverwacht afbreken en daarmee coureurs, marshals of andere deelnemers in gevaar brengen.
De FIA wil voorkomen dat een team een half gerepareerd onderdeel opnieuw gebruikt. Door de onderdelen zelf te analyseren, kan men controleren of ze structureel nog betrouwbaar zijn.
“Het gaat om het beschermen van iedereen op het circuit. Eén defect onderdeel kan een kettingreactie veroorzaken,” aldus een FIA-woordvoerder.
Daarnaast worden bij analyse vaak scheuren of materiaalvermoeidheid ontdekt die tijdens de race niet zichtbaar waren. Deze informatie wordt gebruikt om toekomstige veiligheidsnormen te verbeteren.
Zo ontstaat er een directe koppeling tussen incidenten en de doorontwikkeling van regels en onderdelen.
Handhaving van technische voorschriften
Het inleveren van beschadigde onderdelen helpt de FIA ook om na te gaan of teams geen verboden aanpassingen hebben doorgevoerd.
Een onderdeel dat is beschadigd, laat vaak zien hoe het oorspronkelijk was opgebouwd. Hierdoor kunnen scrutineers controleren of het volledig binnen de technische regels viel.
Wanneer blijkt dat een team een verboden upgrade of afwijking heeft toegepast, kan dat leiden tot strenge straffen, zoals gridstraffen, boetes of diskwalificatie.

Dit maakt het proces niet alleen een veiligheidsmaatregel, maar ook een manier om de sport eerlijk te houden. Het effect is vooral merkbaar sinds de invoering van het kostenplafond, omdat teams minder ruimte hebben om onderdelen te vervangen zonder goedkeuring.
De procedure is strak geregeld. Na een incident moeten onderdelen direct of bij de eerstvolgende scrutineering aan de FIA worden overhandigd.
Dit gebeurt meestal in parc fermé of op verzoek van de race director. In spoedgevallen kan het proces versneld worden zonder schriftelijk verzoek, zolang het maar transparant gebeurt.
Procedures en straffen bij beschadigde onderdelen:
| Situatie | Actie team | FIA-procedure | Mogelijke straf |
|---|---|---|---|
| Significant schade in race | Auto laten stoppen | Inspectie door race director | Grid penalty / geldboete / DQ |
| Parc fermé vervanging | Schriftelijke aanvraag FIA | Scrutineering, onderdelen bij FIA | Pit lane start, gridstraffen |
| Onterecht deel vervangen | Niet gemeld/verborgen | Stewards onderzoek | Geldboete / diskwalificatie |
Gevolgen van niet-naleving
Teams die de regels negeren, riskeren stevige straffen. In 2024 kreeg Red Bull bijvoorbeeld een boete van €25.000 en een gridstraf voor Perez.
Haas kreeg in 2022 meerdere keren een zwarte/oranje vlag voor schade die vergelijkbaar was met die van Perez en Alonso, wat tot protesten leidde.
McLaren leverde in 2025 onderdelen in na races in Bahrein en Saoedi-Arabië. Uit inspectie bleek dat bepaalde componenten minder effectief werden gemaakt, waardoor het team in de races daarna minder dominant was.
Dit toont aan dat het inleveren van onderdelen niet alleen gevolgen heeft voor de veiligheid, maar ook voor de prestaties van teams in het seizoen.
Niet-naleving kan in extreme gevallen zelfs leiden tot diskwalificatie uit de race. De FIA-regel over beschadigde onderdelen combineert vier doelen: veiligheid, naleving van de regels, het leren van incidenten en het handhaven van een gelijk speelveld.
Het voorkomt gevaarlijke situaties op de baan en zorgt dat teams geen oneerlijk voordeel behalen. In een tijd waarin elk detail telt, is het vertrouwen op de integriteit van de technische regelgeving belangrijker dan ooit.
Door consequente handhaving, duidelijke procedures en transparantie wordt deze regel steeds strikter toegepast. En zoals de incidenten van Perez, Magnussen en McLaren laten zien: wie denkt de mazen in de wet te vinden, komt vroeg of laat toch bij de FIA op de radar.