Deze tactiek is belangrijk voor het behouden van optimale bandenprestaties tijdens een race. Oververhitte banden verliezen grip en slijten sneller, wat leidt tot langzamere rondetijden en meer pitstops.
Door de racelijn te verlaten, rijden coureurs over koeler asfalt, wat helpt de bandentemperatuur te verlagen. Banden in de Formule 1 presteren het best binnen een specifiek temperatuurbereik, meestal tussen 90°C en 110°C. Tijdens een race stijgt de temperatuur door wrijving, remmen en acceleratie.
Oppervlak | Temperatuureffect | Gripniveau |
---|---|---|
Racelijn asfalt | Hoog (warm) | Hoog |
Buiten racelijn asfalt | Gemiddeld | Gemiddeld |
Kerbstones | Laag (koel) | Laag |
Gras | Zeer laag (koel) | Zeer laag |
Grind | Laag (koel) | Zeer laag |
Als de temperatuur te hoog wordt, vermindert de grip en neemt de slijtage toe. Coureurs moeten daarom constant de bandentemperatuur in de gaten houden en beheren.
Het verlaten van de racelijn is een effectieve methode om banden te koelen. Buiten de racelijn is het asfalt vaak 10-15°C koeler. Dit temperatuurverschil helpt de banden snel af te koelen. Coureurs zoeken vaak naar natte of schaduwrijke delen van de baan voor extra koeling.
“Bandenmanagement is een kunst in de Formule 1. Het vinden van de juiste balans tussen snelheid en bandenpreservatie kan het verschil maken tussen winnen en verliezen,” aldus Max Verstappen.
Coureurs moeten zorgvuldig afwegen wanneer ze de racelijn verlaten. Ze doen dit meestal op lange rechte stukken waar het snelheidsverlies minimaal is. Het is een delicate balans tussen koeling en het behouden van positie.
Oververhitting van banden tijdens een race
Hoge snelheden, agressief remmen en accelereren, en langdurige belasting in snelle bochten dragen allemaal bij aan de opbouw van warmte in de banden. De luchttemperatuur en het asfalt spelen ook een belangrijke rol. Bij hoge snelheden ondergaan de banden constante vervorming, wat interne wrijving veroorzaakt en de temperatuur doet stijgen.
Een Formule 1-auto kan snelheden bereiken van meer dan 300 km/u, wat enorme krachten op de banden uitoefent. Deze snelheden zorgen voor een snelle opbouw van warmte in de banden.
Remmen is een andere belangrijke factor in de opwarming van banden. Formule 1-auto’s kunnen in minder dan 100 meter van 300 km/u tot stilstand komen. Deze extreme vertraging genereert enorme hoeveelheden warmte die zich door de velgen naar de banden verspreidt.
Herhaaldelijk hard remmen, zoals op circuits met veel chicanes, kan de bandentemperatuur snel doen oplopen. Acceleratie zorgt ook voor warmteopbouw in de banden. Bij het uitkomen van bochten spinnen de aangedreven wielen vaak licht, wat wrijving en dus warmte genereert.
De krachtige motoren, die meer dan 1000 pk kunnen produceren, zetten enorme krachten op de banden tijdens acceleratie.
“Het managen van bandentemperaturen is een constante uitdaging. We moeten altijd een balans vinden tussen pushen voor snelheid en het beschermen van onze banden tegen oververhitting,” zegt Lewis Hamilton.
Op circuits met veel snelle bochten, zoals Silverstone of Suzuka, staan de banden onder constante zijdelingse belasting. Deze aanhoudende krachten zorgen voor een gestage opbouw van warmte in de banden.
Koeling voor optimale grip en prestaties
Optimale bandentemperaturen zorgen voor maximale contactoppervlakte tussen band en asfalt. Bij de juiste temperatuur is het rubber flexibel genoeg om zich aan te passen aan de oneffenheden van het wegdek, wat resulteert in betere tractie.
Oververhitte banden worden te zacht en vervormen te veel, wat leidt tot verminderde grip en verhoogde slijtage. Koeling helpt ook bij het voorkomen van ‘graining’ en ‘blistering’.
Bandentemperatuur | Effect op prestaties |
---|---|
< 80°C | Onvoldoende grip, langzame opwarming |
80°C – 100°C | Optimale prestaties, maximale grip |
100°C – 120°C | Verminderde grip, verhoogde slijtage |
> 120°C | Risico op blistering, drastisch verminderde levensduur |
Graining treedt op wanneer kleine rubberdeeltjes van het bandoppervlak loskomen en zich weer aan de band hechten, wat de grip vermindert. Blistering ontstaat wanneer luchtbellen onder het bandoppervlak vormen door extreme hitte, wat kan leiden tot bandenfalen.
“Het vinden van koele plekken op de baan is als een schaakspel. Je moet vooruitdenken en weten wanneer en waar je je banden kunt laten afkoelen zonder te veel tijd te verliezen,” vertelt Charles Leclerc.
Door strategisch de racelijn te verlaten, kunnen coureurs de temperatuur van hun banden binnen het optimale bereik houden. Dit zorgt niet alleen voor betere rondetijden, maar verlengt ook de levensduur van de banden, wat kan leiden tot minder pitstops en een betere racestrategie.
Baanoppervlakken op bandentemperatuur
De racelijn, vaak donkerder gekleurd door rubberafzetting, absorbeert meer warmte en is doorgaans warmer dan de rest van het circuit. Buiten de racelijn vinden coureurs koelere oppervlakken die helpen bij het verlagen van de bandentemperatuur.
Gras en grind langs de baan zijn aanzienlijk koeler dan asfalt. Wanneer coureurs met een deel van hun banden over deze oppervlakken rijden, kan dit een snelle afkoeling veroorzaken.
Echter, dit brengt risico’s met zich mee, zoals verlies van grip en controle. Daarom wordt deze techniek meestal alleen toegepast op rechte stukken.
Kerbstones, de geribbelde randen van de baan, bieden een unieke mogelijkheid voor bandenkoeling. De ruimtes tussen de ribbels laten lucht door, wat een koelend effect heeft. Bovendien zijn kerbstones vaak lichter van kleur en reflecteren ze meer zonlicht, waardoor ze koeler blijven dan het omringende asfalt
- Racelijn: Warmste deel, 10-15°C warmer dan omliggend asfalt
- Buiten racelijn: 5-10°C koeler dan racelijn
- Gras/grind: Tot 20°C koeler dan asfalt
- Kerbstones: Variabel, maar gemiddeld 5-15°C koeler dan racelijn
De textuur van het asfalt speelt ook een rol in de bandentemperatuur. Ruwer asfalt genereert meer wrijving en dus meer warmte, terwijl gladder asfalt minder warmte produceert. Circuits met nieuw asfalt zijn vaak gladder en koeler, wat invloed heeft op de bandenstrategie.
“Elk circuit heeft zijn eigen karakter als het gaat om bandenmanagement. Je moet leren waar de koele plekken zijn en hoe je ze kunt gebruiken zonder tijd te verliezen,” zegt Fernando Alonso.
Schaduwrijke delen van het circuit, bijvoorbeeld onder bruggen of naast hoge gebouwen, kunnen ook koelere zones bieden. Coureurs zoeken deze plekken vaak op, vooral tijdens races in warme klimaten of op hete dagen.