Een Formule 1-auto starten gaat allang niet meer met een sleutelomdraai. Er komt een batterij bij kijken, laptops, een heel team aan engineers en een motor met meer regelelektronica dan sommige straaljagers.
Sinds 2014 zijn F1-auto’s uitgerust met deze hybride krachtbron, die bestaat uit een combinatie van een traditionele verbrandingsmotor en elektrische systemen. En met de veranderingen richting 2026 wordt dit systeem nóg geavanceerder – én duurzamer.
De hybride aandrijving van een Formule 1-auto bestaat uit zes hoofdonderdelen. Samen zorgen ze voor maximale efficiëntie en tijdelijk extra vermogen op cruciale momenten in een race.
De basis is een 1.6 liter V6 turbomotor (ICE). Die wordt ondersteund door twee elektrische generatoren: de MGU-K (Kinetic) en de MGU-H (Heat). De MGU-K vangt energie op tijdens het remmen, de MGU-H uit de uitlaatgassen. Beide sturen die energie naar een batterij, die weer stroom levert aan de motor.
“De huidige Formule 1-motoren zijn zo gecompliceerd dat er een heel proces met onder meer laptops, machines en een hoop slimme engineers nodig is om hem tot leven te wekken.”
De regeleenheid (ECU) zorgt ervoor dat al deze onderdelen vlekkeloos samenwerken. Het totale systeem heet Energy Recovery System (ERS) en kan coureurs tijdelijk een boost geven van tientallen pk’s – bijvoorbeeld om in te halen of te verdedigen.
Wat er verandert in 2026
Vanaf 2026 krijgt de hybride motor een flinke upgrade. Het elektrische deel wordt veel krachtiger: de MGU-K groeit van 120 naar 350 kW, oftewel van 163 naar ongeveer 476 pk. Tegelijkertijd verdwijnt de MGU-H – dat maakt het systeem eenvoudiger én goedkoper.
Daarnaast schakelt de sport volledig over op 100% duurzame brandstof. De verbrandingsmotor blijft bestaan, maar zal een stuk schoner draaien. Alles bij elkaar zorgen die veranderingen ervoor dat de auto voor bijna de helft elektrisch aangedreven is.

Vanaf 2026 ligt er veel meer nadruk op het opvangen en gebruiken van elektrische energie die coureurs kunnen gebruiken om te verdedigen of aan te vallen. In cijfers:
Jaar | Elektrisch vermogen (MGU-K) | ICE (verbrandingsmotor) | Brandstof | MGU-H |
---|---|---|---|---|
2024–2025 | 120 kW (~163 pk) | 1.6L V6 turbo | Hybride | Aanwezig |
2026 | 350 kW (~476 pk) | 1.6L V6 turbo | 100% duurzaam | Verdwijnt |
De technologische vooruitgang is indrukwekkend, maar niet iedereen is er blij mee. Veel coureurs missen het rauwe geluid van vroeger, en ook fans klagen over de zware auto’s en het gebrek aan ‘gevoel’.
Ook Stefano Domenicali, de CEO van de Formule 1, erkent dat het gewicht een probleem is. De batterijen en systemen maken de auto’s zwaarder, en dat heeft impact op het rijgedrag.
Door vast te houden aan de hybridemotor, is een significante toename in gewicht onvermijdelijk. Alle coureurs willen graag een lichtere auto en persoonlijk zou ik ook iets meer geluid willen hebben.
Ondanks het gemis aan geluid en de zwaardere auto’s blijft de hybride power unit voorlopig hét model voor de toekomst van de Formule 1.
Niet alleen vanwege de prestaties op de baan, maar ook vanwege duurzaamheid en relevantie voor de auto-industrie. Toto Wolff, teambaas van Mercedes, benadrukt het belang van vooruitgang:
“We willen ook een motor die relevant is van 2025 tot en met 2030. We kunnen niet die oude motoren terugbrengen, maar moeten inzetten op turbo hybride krachtbronnen die op volledig duurzame brandstof rijden.”
De F1 gebruikt de hybride motor dus niet alleen voor snelheid, maar ook als etalage voor technologische en ecologische innovatie. In een wereld waar duurzaamheid steeds belangrijker wordt, blijft de sport zo actueel en vooruitstrevend.