Zowel Ferrari als Mercedes lieten na afloop van de race onomwonden weten dat de huidige koers van de Formule 1 de sport in een zorgwekkende richting duwt.
De kritiek richtte zich niet alleen op het gebrek aan actie, maar ook op de bandenkeuze van Pirelli, het gebrek aan strategische opties en het feit dat wie op pole start, vaak ook wint.
De race in Suzuka beloofde vooraf veel. Max Verstappen had op zaterdag een indrukwekkende ronde neergezet die hem poleposition opleverde, met vlak achter zich de McLarens van Lando Norris en Oscar Piastri.
“Het wordt een kampioenschap waarin alleen zaterdag telt,” waarschuwde Ferrari-teambaas Frédéric Vasseur na de kleurloze Japanse Grand Prix.
De verwachting was een strategisch gevecht, mede door de kans op regen. Wat volgde was echter een procesie zonder dynamiek.
Gedurende de volledige race bleef het verschil tussen Verstappen en Norris onder de twee seconden. Toch kwam de aanval nooit. McLaren had Verstappen bijna te pakken bij de pitstops, maar kwam net tekort.
De pitstop van Red Bull verliep traag, maar McLaren wist het net niet uit te buiten. Dat moment op ronde 22 werd achteraf als het enige hoogtepunt van de race bestempeld.
De rest van de hoogtepunten bestond uit de start, wat radioberichten en een enkele inhaalactie in het middenveld.
“Misschien hadden we meer kunnen proberen met de strategie,” gaf Lando Norris toe. “We gaan dat evalueren.”
Het team had Norris twee ronden eerder een dummy pitstop laten maken, maar besloot uiteindelijk Piastri eerst naar binnen te halen, uit angst dat George Russell een undercut zou proberen.
De Mercedes-coureur stopte op ronde 19 en was direct snel op zijn nieuwe harde banden.
McLaren vreesde dat Piastri in verkeer zou belanden en besloot daarom defensief in plaats van aanvallend te reageren. Achteraf bleek die aanpak te voorzichtig. De race miste elke vorm van verrassing of opportunisme.
Ferrari slaat alarm over betekenisloos racen
Frédéric Vasseur haalde na afloop hard uit naar het format van de huidige Formule 1. Volgens de teambaas is het belang van de zaterdag zo groot geworden dat de zondag slechts een gevolg lijkt van de startvolgorde.
Als je vooraan start, en geen fouten maakt, blijf je daar. In Japan was de enige verschuiving in de top tien de wissel tussen Isack Hadjar en Lewis Hamilton voor P7 en P8.
“Het wordt waarschijnlijk een kwalificatiekampioenschap,” zei Vasseur. “Hoe kleiner de verschillen tussen de auto’s, hoe belangrijker de zaterdag wordt.”
Carlos Sainz ging nog een stap verder en noemde Suzuka “het nieuwe Monaco”, verwijzend naar het bekendste circuit waar inhalen praktisch onmogelijk is.
Charles Leclerc en Alexander Albon vonden de race “vrij saai,” terwijl Hamilton en Ollie Bearman spraken van “eenzaam” racen zonder gevechten. De kritiek was unaniem, ongebruikelijk scherp en kwam van meerdere teams.
George Russell leverde de felste kritiek na de race. Volgens de Brit ligt het probleem bij de banden. De compounds die Pirelli meebrengt zijn volgens hem te duurzaam, waardoor éénstopstrategieën de standaard zijn geworden.
at zorgt voor weinig dynamiek en minder strategische variatie.
“Ik duwde hard, maar ik kon gewoon niet inhalen,” zei Russell. “We moeten zachtere banden krijgen, vooral op opnieuw geasfalteerde circuits.”
Russell vindt dat Pirelli moet overstappen op minder slijtvaste compounds, zodat banden daadwerkelijk afbouwen in prestatie en teams gedwongen worden om twee keer te stoppen.
Nu is er geen risico verbonden aan een eenstopper. In China bijvoorbeeld verbeterde Oscar Piastri zijn rondetijden gedurende een stint van veertig ronden. Tegen het einde reed hij zelfs twee seconden sneller per ronde dan aan het begin van zijn stint.
Het vermogen van Pirelli om zulke duurzame banden te bouwen is indrukwekkend. Maar het leidt tot races zonder verval in tempo, zonder bandenstrijd en zonder strategische variatie.
De consistentie van de banden verhoogt wel de prestatie, maar verlaagt de amusementswaarde.
Kwalificatie als allesbepalend moment
Dat de laatste drie Grands Prix telkens door de polesitter werden gewonnen, versterkt de trend die Ferrari en Mercedes aanhalen. De vuile lucht die een auto voor zich uitstuurt maakt het lastig om erachter te blijven.
Hoe dichter je bij je voorganger rijdt, hoe minder downforce je auto genereert. Dat vergroot niet alleen het risico op fouten, maar verhoogt ook de bandenslijtage.
De coureurs weten dat, en houden dus afstand. Daardoor komen ze niet in een positie om een aanval te plaatsen. Zelfs als ze sneller zijn, is inhalen vaak niet haalbaar zonder significant snelheidsvoordeel of een pitstopvoordeel.
Suzuka is daarin een extreem voorbeeld, maar niet de enige. Ook in China was het raceverloop grotendeels bepaald door de startopstelling.
Teams hebben steeds vaker dezelfde benadering: voorzichtige eenstoppers met de hardste banden. De strategie wordt daardoor niet langer een wapen, maar een veiligheidsnet. Dat leidt tot minder diversiteit in aanpak, en dus minder actie op de baan.
De boodschap uit Suzuka is helder: de Formule 1 heeft een probleem als er geen actie meer is op zondag. Ferrari en Mercedes eisen aanpassingen, McLaren twijfelt aan zijn eigen strategie, en coureurs als Russell willen verandering van het bandenbeleid.
De races zijn technisch indrukwekkend, maar leveren weinig spektakel. Zelfs strategisch ingestelde fans haken af als er geen alternatieve paden meer zijn.
Als circuits als Suzuka — met hun lange, snelle bochten en technisch profiel — geen garanties meer bieden voor spanning, is er volgens teams en coureurs maar één uitweg: zachtere banden, meer pitstops en meer risico.
