De Formule 1 staat aan de vooravond van een ingrijpende transformatie. Vanaf 2026 verandert niet alleen de motorformule, maar ook de manier waarop coureurs racen, verdedigen én inhalen. Volgens James Vowles zal het inhaalspelletje er dan “compleet anders” uitzien.
De nieuwe regels draaien niet meer om kunstmatige hulpmiddelen zoals DRS, maar om pure beheersing van energie, inzicht en techniek. De sport wil terug naar de essentie van racen — coureurs die zelf het verschil maken.
Onder de 2026-regels zal de powerunit voor het eerst een bijna 50-50 verdeling krijgen tussen elektrische energie en verbrandingsmotorvermogen. De auto’s worden lichter en kleiner, met als doel meer echte wiel-aan-wielgevechten.
Vowles legde tijdens de teambazenpersconferentie in Singapore uit dat inhalen wel degelijk zal blijven bestaan, maar dat het op een “andere manier” zal gebeuren dan fans gewend zijn.
“Het inhalen zal anders zijn, maar het blijft gebeuren. De eerste keer dat de coureurs ermee reden, vonden ze het niets. De tweede keer werd het interessant. En bij de derde of vierde run waren ze enthousiast. Ze begonnen te zien hoe je er voordeel uit kunt halen.”
Volgens Vowles vraagt het nieuwe concept om een andere strategie. Inhalen zal niet meer alleen draaien om rechte stukken met open achtervleugels, maar om het slim inzetten van energie op onvoorspelbare plekken.
“Het zal inhalen juist stimuleren — alleen niet op de plekken waar je dat nu verwacht.”
Van DRS naar ‘push-to-pass’
De bekende DRS-vleugel, jarenlang hét hulpmiddel voor inhaalacties, verdwijnt in 2026. Daarvoor in de plaats komt een handmatig override-systeem – een soort push-to-pass-knop.
Deze functie geeft de achtervolgende coureur extra elektrische energie zodra de snelheid boven 280 km/u komt. In plaats van mechanisch minder luchtweerstand te creëren, krijgen coureurs nu een kortstondige krachtboost, maar met veel meer variabelen om rekening mee te houden.
Vowles gaf als voorbeeld het circuit van Spa-Francorchamps. Daar zullen de traditionele inhaalzones veranderen: minder nadruk op het begin van het rechte stuk richting Kemmel Straight, meer nadruk op het slim timen van energieterugwinning en -verbruik.
“Je kunt de batterij bijna volledig opladen in één remzone. Maar je kunt hem ook in één rechte lijn helemaal leeg trekken. Dat geeft een compleet nieuwe dynamiek vergeleken met wat we nu hebben.”
Deze verandering betekent dat coureurs meer taken tegelijk moeten uitvoeren in de cockpit — energie beheren, verdedigen, aanvallen — allemaal zonder het gemak van DRS.
Vowles ziet de verandering als een kans om de pure rijvaardigheid weer centraal te zetten. Coureurs die de auto en het energiesysteem het best begrijpen, zullen de meeste winst boeken.
“Ze zullen het drukker krijgen in de cockpit, maar dat is niet slecht. “De besten zijn degenen die hun auto volledig onder controle hebben en buiten de gebaande paden durven denken.”
Met deze verschuiving hoopt de FIA de sport eerlijker en spectaculairder te maken. Waar DRS vaak leidde tot kunstmatige, voorspelbare inhaalacties, zal het nieuwe systeem de coureurs uitdagen om hun momenten strategisch te plannen.
De verschillen tussen coureurs worden daardoor groter — een voordeel voor de meest complete coureurs in het veld.
De eerste testkilometers met het nieuwe tijdperk
Toch blijft er nog veel onduidelijk over hoe de auto’s zich precies zullen gedragen. De teams bouwen momenteel hun eerste 2026-prototypes, en niemand weet nog exact wat het effect op de baan zal zijn.
De eerste échte testdagen staan gepland voor eind januari 2026 op het circuit van Barcelona, tijdens een vijfdaagse privésessie van 26 tot 30 januari. Daarna volgen twee officiële driedaagse tests in Bahrein, voorafgaand aan de seizoensopener in Melbourne.
Tijdens dezelfde persconferentie bevestigde Aston Martin-baas Andy Cowell dat deze tests er heel anders uit zullen zien dan de gebruikelijke voorbereidingen.
“Nee, we gaan geen 800 kilometer per dag rijden zoals in Bahrein tien maanden geleden. Het wordt een kwestie van alles samenbrengen, zorgen dat het werkt en dat de auto rondkomt en weer terugkomt op eigen kracht.”
Met andere woorden: 2026 wordt een seizoen van ontdekking, waar elke kilometer telt. De overgang naar lichtere auto’s, meer elektrische energie en het einde van DRS is een fundamentele verschuiving in de Formule 1.
De nadruk verschuift van hulpmiddelen naar menselijke beheersing — van techniek naar talent. Volgens Vowles is dat precies wat de sport nodig had.
“Het zal meer inspanning vergen, meer nadenken, meer controle. Maar dat is waar racen om draait.”
In 2026 zal inhalen niet langer een druk op de knop zijn, maar een samenspel van timing, precisie en lef — precies zoals de Formule 1 ooit bedoeld was.
