De eerste bioscoopdagen waren al veelbelovend, maar niemand zag deze klapper aankomen. Brad Pitt’s Formule 1-film groeide in tien dagen uit tot de succesvolste Apple-productie ooit, met een wereldwijde opbrengst van 293 miljoen dollar.
Apple’s gok op autosportcinema blijkt een schot in de roos. De film overtrof niet alleen interne verwachtingen, maar liet eerdere grote titels als Napoleon en Killers of the Flower Moon ver achter zich. Hier lees je hoe dit spektakel ontstond, waarom het werkt, en welke rol Formule 1 zelf speelde in het succes.
In slechts anderhalve week heeft de F1-film 293 miljoen dollar opgebracht wereldwijd, waarvan 60 miljoen alleen al uit IMAX-zalen. Daarmee verslaat de film ruimschoots Apple’s vorige bioscoopsuccessen: Napoleon kwam tot 221 miljoen, Killers of the Flower Moon strandde op 158 miljoen.
Ook de Noord-Amerikaanse cijfers waren fors: het openingsweekend leverde daar 55,6 miljoen op. Wereldwijd stond de teller na dat eerste weekend al op 144 miljoen. De trend bleef stijgen, geholpen door positieve recensies en mond-tot-mondreclame.
De film laat zien dat de combinatie van Hollywood-glamour en Formule 1-actie nog altijd werkt op het witte doek.
IMAX, Silverstone en Verstappen: Formule 1 als hoofdrolspeler
Wat deze productie onderscheidt van eerdere racefilms, is de directe betrokkenheid van de Formule 1 zelf. De opnames vonden plaats tijdens echte Grand Prix-weekenden, met toegang tot circuits als Silverstone en Las Vegas.
Daardoor verschenen onder meer Max Verstappen en Carlos Sainz letterlijk in beeld, tussen scènes met Brad Pitt en Damson Idris.
De makers kozen bewust voor een rauw, realistisch gevoel, vergelijkbaar met de populaire Netflix-serie Drive to Survive. Die aanpak zorgde voor betrokkenheid van fans, maar ook voor geloofwaardigheid bij nieuw publiek. Het resultaat is een film die evenveel spektakel biedt als de sport waarop hij gebaseerd is.
Regisseur Joseph Kosinski (bekend van Top Gun: Maverick) wist met producent Jerry Bruckheimer een blockbusterformule neer te zetten die zijn weerga niet kent.
Pitt speelt een gepensioneerde coureur die terugkeert naar de Formule 1, met Damson Idris als zijn jonge teamgenoot. F1-kampioen Lewis Hamilton was medeproducent en adviseur, wat de geloofwaardigheid nog vergrootte.
Volgens Apple is dit succes geen toeval. Het bedrijf investeerde tussen de 200 en 300 miljoen dollar in de productie, maar hoeft nog niet te rekenen: de film is nog niet eens beschikbaar op hun streamingplatform.
“We zijn enorm blij met de wereldwijde reactie op F1 en dankbaar voor het publiek dat de film met zoveel enthousiasme heeft omarmd,” — Jamie Erlicht (hoofd wereldwijde video bij Apple)
De impact op Apple’s filmstrategie
Apple’s bioscoopplannen worden al een tijd met argwaan bekeken door de filmindustrie, maar deze klapper verandert alles. De opbrengst van de F1-film bewijst dat techbedrijven met de juiste aanpak ook in Hollywood kunnen scoren.
Bovendien geeft het vertrouwen in toekomstige projecten, zeker als ze worden gekoppeld aan grote namen én populaire thema’s.
Dat het verhaal van een coureur terug in het zadel wereldwijd aanslaat, zegt iets over de aantrekkingskracht van Formule 1 als popcultuurfenomeen. De sport groeit in de VS, is al decennia populair in Europa, en weet nu ook het bioscooppubliek aan zich te binden.
Apple en Formule 1 hebben met deze productie een blauwdruk in handen voor succes: grote sterren, geloofwaardige sportinvulling en visuele topkwaliteit. De vraag die nu blijft hangen: hoe overtreft Apple dit megasucces?
Voorlopig lijkt er geen haast bij te zijn. De film draait nog volop in de bioscoop, streaming moet nog beginnen, en merchandise en spin-offs liggen voor het oprapen. Eén ding is zeker: de samenwerking tussen Brad Pitt en de Formule 1 heeft zijn plek in de filmgeschiedenis al verdiend.