Een team dat vorig weekend nog domineerde, kwam op vrijdag in Canada ogenschijnlijk moeilijk op gang. McLaren zat niet op het verwachte tempo tijdens de eerste vrije trainingen, en zowel Oscar Piastri als Lando Norris klaagden over een auto die moeilijk af te stellen was.
Maar ondanks een trage start klinkt er geen paniek. De update werkt, de progressie is zichtbaar, en de verschillen zijn klein. Toch laat deze vrijdag in Montreal zien dat ook McLaren niet immuun is voor vormschommelingen in een steeds krapper veld.
De openingsdag op het Circuit Gilles Villeneuve was allesbehalve vlekkeloos voor McLaren. In de eerste sessie viel het team uit Woking duidelijk terug ten opzichte van de concurrentie.
Pas aan het eind van de dag wist Norris een snelle ronde te rijden, waarmee hij zich op slechts 0.028 seconde van Mercedes-coureur George Russell nestelde.
Piastri, leider in het kampioenschap met tien punten voorsprong op zijn teamgenoot, werd zesde. Daarmee bleef de schade op het scorebord beperkt, maar de onderliggende problemen baren toch zorgen. De afstelling zat er niet meteen op, en het vinden van de juiste balans bleek lastig.
“Het was een lastige dag, waarschijnlijk een van de moeilijkste van het jaar. Moeilijk om een goede ronde aan elkaar te knopen,” — Lando Norris
Updates doen wat ze moeten doen
Op technisch vlak testte McLaren in Montreal een nieuwe voorvleugel. Volgens Piastri werkt de update zoals verwacht, maar hij gaf ook toe dat de auto nog niet volledig binnen het ideale afstelvenster zit.
De grootste uitdaging lijkt niet in de onderdelen te zitten, maar in de fine-tuning ervan voor het specifieke karakter van het Canadese stratencircuit.
“De nieuwe onderdelen doen wat we ervan verwachten, maar we moeten nog iets meer vinden.”
De Australiër toonde zich wel optimistisch over het werk dat tussen de sessies is verricht. Van VT1 naar VT2 werd een duidelijke stap gezet. Nu hoopt het team dezelfde sprong te maken richting de kwalificatie. Geen paniek dus, maar wel de noodzaak tot actie.
Sky Sports-analist Karun Chandhok merkte terecht op dat het circuit in Montreal weinig mogelijkheden biedt om in te halen. Dat legt extra druk op de kwalificatie.
Zeker nu de marges aan de top kleiner worden en het verschil tussen P1 en P10 soms minder dan een halve seconde bedraagt.
Voor McLaren betekent dit dat een matige zaterdag de zondag kan verpesten — ook al werkt de auto in race-trim prima. De eerste klap op vrijdag moet dus snel worden omgezet in een stevig tegenoffensief tijdens de kwalificatie.
“Het begon moeilijk, maar het eindigde beter. Er zijn nog dingen te verbeteren, maar we komen er wel.”
Geen alarmbellen, maar wel signalen
Zowel Norris als Piastri gebruiken kalme taal. “Geen alarmbellen,” zei Piastri, en dat lijkt ook de houding van het team te zijn. De achterstand op vrijdag was vervelend, maar niet desastreus.
De pace in long runs is nog niet getest, en de upgrades werken naar behoren. McLaren vertrouwt erop dat de opwaartse lijn zich doorzet.
Tegelijkertijd benadrukt Norris dat het moeilijk was om constant te presteren. Slechts één goede ronde lukte hem in de hele tweede sessie. Dat is een duidelijk signaal dat de afstelling nog niet optimaal is — zeker op een circuit waar foutjes snel worden afgestraft.
In een weekend waarin Mercedes de snelheid lijkt te hebben gevonden en Red Bull weer scherper oogt, is er geen ruimte voor fouten. McLaren weet dat het in de titelstrijd moet leveren, elke sessie opnieuw.
De vrijdag in Canada was verre van perfect, maar de basis is niet verdwenen. Met kleine stappen vooruit en een auto die gevoelig is voor afstelling, ligt de druk voor zaterdag bij de engineers.