De Drag Reduction System (DRS) krijgt vanaf 2025 aangepaste regelgeving om mogelijke mazen in de wet te voorkomen. De sleufgrootte van de achtervleugel is nu specifieker vastgelegd. Waar de minimale sleufafstand eerder 10 tot 15 mm bedroeg, is dit nu verlaagd naar een bereik van 9,4 tot 13 mm.
Daarnaast blijft de maximale opening met DRS geactiveerd vastgesteld op 85 mm. Dit heeft als doel oneerlijke voordelen te voorkomen, zoals gezien bij McLaren’s “mini-DRS”-truc.
“De aanpassingen zorgen ervoor dat teams geen onbedoelde voordelen kunnen behalen, terwijl de competitie eerlijk blijft,” aldus een vertegenwoordiger van de FIA.
Verder zijn er strikte voorschriften geïntroduceerd met betrekking tot de twee standen van de DRS. Teams moeten ervoor zorgen dat de achtervleugel exact terugkeert naar de oorspronkelijke positie zodra het DRS-systeem wordt gedeactiveerd. Hiermee worden inconsistenties in de prestaties van auto’s door onvolledige terugkeer naar de basisstand vermeden.
Om de veiligheid van coureurs te waarborgen tijdens races in extreme hitte, introduceert de FIA vanaf 2025 een zogenoemd “hittegevaar-protocol.” Dit protocol treedt in werking bij voorspellingen van temperaturen boven de 30,5 graden Celsius. Wanneer dit gebeurt, kunnen teams koelingssystemen installeren in de auto’s van hun coureurs.
Deze systemen brengen echter extra gewicht met zich mee, wat leidt tot een verhoging van het minimale gewichtslimiet van de auto’s met 5 kg gedurende het hele raceweekend.
Dit besluit is genomen na analyse van eerdere races waarin hitte een belangrijke factor was voor de prestaties en veiligheid van de coureurs. Het toepassen van koelsystemen biedt een oplossing die zowel de prestaties als de veiligheid waarborgt, zonder oneerlijke concurrentie te creëren.
Impact van de nieuwe regels op topteams
De veranderingen in 2025 brengen een strategische uitdaging met zich mee, vooral voor teams die competitief willen blijven in de huidige regels, terwijl ze zich voorbereiden op de grote hervormingen van 2026. Ferrari’s teambaas Fred Vasseur verklaarde dat zijn team al heeft gekozen voor een bijna volledige herziening van hun auto:
“Onze auto voor 2025 zal voor 99% verschillen van de huidige configuratie,” aldus Fred Vasseur.
Het is een risico, maar noodzakelijk gezien de druk van teams zoals Red Bull, Mercedes en McLaren, die al bewezen hebben in staat te zijn om hun auto’s te optimaliseren binnen de huidige beperkingen. Het is een delicaat evenwicht tussen het behouden van concurrentiekracht in 2025 en het vroegtijdig inzetten op 2026.
De FIA heeft ook nieuwe mogelijkheden geïntroduceerd voor aerodynamische aanpassingen. Zo mogen er kleine winglets worden geplaatst op de uiteinden van de voorvleugel.
Deze aanpassingen zijn ontworpen om de luchtstroom te optimaliseren en de stabiliteit van de auto’s te verbeteren tijdens races. Ook zijn de regels rondom de vloer van de auto uitgebreid. Teams krijgen meer vrijheid om winglets en bodywork rond de vloer te ontwerpen, wat leidt tot een verhoogde downforce.
Daarnaast zijn de voorschriften voor actieve aerodynamica aangescherpt. Er zijn fysieke stops toegevoegd om te voorkomen dat vleugelelementen verder roteren dan toegestaan. Dit moet voorkomen dat teams op zoek gaan naar manieren om regels te omzeilen en oneerlijke voordelen te behalen.
Verwachtingen voor teams in de middenmoot
Voor teams zoals Aston Martin en Alpine, die minder middelen hebben dan de topteams, vormen de regels van 2025 een kans. Neil Harvey, technisch directeur bij Aston Martin, benadrukt dat deze teams hun voordeel kunnen doen met de verhoogde windtunnelcapaciteit en de mogelijkheid om experimentele ontwerpen te testen:
“De wijzigingen bieden ons de ruimte om vooruitgang te boeken, terwijl we ons ook richten op de nieuwe regels van 2026,” aldus Harvey.
Middenmootteams hebben meer flexibiliteit om risico’s te nemen, wat de competitie spannender kan maken. Aston Martin heeft al aangegeven dat hun focus ligt op het maximaliseren van prestaties in beide seizoenen.
Technische gegevens en wijzigingen:
Aspect | Wijziging 2025 | Doel |
---|---|---|
Sleufafstand DRS | 9,4-13 mm | Voorkomen van mini-DRS en loopholes |
Gewichtslimiet | +5 kg bij gebruik van koelsystemen | Veiligheid coureurs |
Actieve aerodynamica | Beperking rotatie-elementen | Eerlijke concurrentie |
Voorvleugel | Nieuwe winglets toegestaan | Optimalisatie luchtstroom |
Vloerontwerp | Meer vrijheid voor winglets en fences | Verhoogde downforce |