Charles Leclerc, ooit de grote belofte van Maranello, lijkt steeds minder geloof te hebben in de toekomst van zijn team. Terwijl de Monegask zich afvraagt waar de volgende overwinning blijft, steekt Mario Andretti openlijk zijn hand uit: “Ik zou Leclerc morgen tekenen.”
Die uitspraak komt niet uit de lucht vallen. Leclerc worstelt al maanden met een auto die niet in staat is om te vechten aan de kop van het veld. Zijn frustratie groeit, net als de onrust binnen Ferrari.
Tijdens de Grand Prix van Singapore werd het pijnlijk zichtbaar. Leclerc finishte slechts als zesde, ver achter de topteams. Mercedes, dat dit seizoen al twee zeges pakte, liep verder uit in het kampioenschap en staat nu 27 punten voor Ferrari.
Na afloop klonk Leclerc gelaten, maar ook scherp in zijn analyse.
“Helaas hebben we niet de raceauto om te vechten met de jongens vooraan. Mercedes zit nu op hetzelfde niveau als McLaren en Red Bull. En dan zijn wij er nog. Het voelt alsof we passagiers zijn in de auto, zonder dat we er veel meer uit kunnen halen.”
Die woorden kwamen hard aan in Maranello, zeker omdat Leclerc eerder al zei dat het “zeer onwaarschijnlijk” is dat Ferrari dit seizoen nog een race wint. Zijn uitspraken sloegen een gevoelige snaar binnen het team.
Volgens Corriere dello Sport is de kritiek van Leclerc slecht gevallen bij de technische staf van Ferrari. Het blad schreef dat “sommige ingenieurs boos zijn op Leclerc vanwege zijn compromisloze kritiek op de auto en de manier waarop die wordt geleid.”
Ook Gazzetta dello Sport beschreef de sfeer als gespannen: Leclercs uitspraken zouden “een ontmoedigend beeld schetsen van het hele Maranello-milieu” en de “verhoudingen tussen de afdelingen van het team” zouden “onder druk staan”.
De spanningen zijn zo groot dat Leclercs manager, Nicholas Todt, inmiddels heeft gewaarschuwd: als Ferrari volgend seizoen geen duidelijke vooruitgang boekt, zal hij voor 2027 andere opties onderzoeken. Dat dreigement hangt sindsdien als een donkere wolk boven het team.
Andretti: ‘Ik zou Leclerc morgen tekenen’
Terwijl Ferrari worstelt, volgt een oude wereldkampioen het spektakel met stijgende interesse. Mario Andretti, die in 1978 wereldkampioen werd, is tegenwoordig lid van de raad van bestuur van het Amerikaanse Cadillac-team, dat zich klaarmaakt voor een toekomst in de Formule 1.
Andretti liet tijdens het Trento Sports Festival weinig aan de verbeelding over.
“Ik ben een groot fan van Leclerc, en als hij ooit van team zou willen wisselen, zou ik hem bij Cadillac meteen binnenhalen. Hij kan races winnen, en met de juiste auto zou hij ook het kampioenschap kunnen pakken. Ik zou hem morgen tekenen, zonder twijfel. We zouden hem met open armen ontvangen. We hebben alleen nog een paar jaar nodig om zo’n talent te verdienen.”
Andretti voegde eraan toe dat Cadillac eerst moet groeien voor het zulke toppers kan aantrekken.
“Ik vind Leclerc een zeer capabele coureur. Hij heeft gewoon een andere auto nodig. Maar Ferrari zal er altijd zijn. Vroeg of laat vinden ze wel iets.”
Ferrari’s resultaten zijn moeilijk te negeren. Het team heeft al vijf races op rij geen podium gehaald en nog geen enkele grand prix gewonnen dit seizoen.
Mercedes profiteerde van die zwakte en verstevigde zijn tweede plaats in het constructeurskampioenschap. Leclerc zelf staat vijfde in de tussenstand van het kampioenschap, met 173 punten — maar liefst 163 minder dan leider Oscar Piastri.
Zijn uitzicht op succes bij Ferrari lijkt kleiner dan ooit. De coureur gaf eerder in het seizoen al aan dat geruchten over zijn vertrek hem verbaasden.
“Ik heb geen idee waar dat vandaan komt. Ik blijf zeggen dat ik van dit team hou en dat ik Ferrari terug naar de top wil brengen. Daarom verbaasde het me dat mensen dachten dat ik weg wilde.”
Toch lijkt die loyaliteit steeds moeilijker vol te houden nu de resultaten uitblijven en de druk van binnenuit toeneemt. Volgens Andretti zal de komende jaren sowieso een “hete markt” ontstaan, waarin veel coureurs opnieuw gaan kijken waar ze het beste kunnen presteren.
“Hij is geen kind meer en rijdt al jaren voor Ferrari. We hebben een winnende auto nodig… Veel coureurs zullen willen zien hoe competitief de teams zijn voordat ze besluiten te blijven of te vertrekken. Ik verwacht een zeer hete markt.”
