Een Formule 1-team draaiende houden is extreem kostbaar. De constante zoektocht naar technologische innovaties maakt deelname aan de sport peperduur. In 2023 mogen F1-teams maximaal $135 miljoen uitgeven in een seizoen, met nog eens $1,2 miljoen extra per race boven de 21 races.
Dit budgetplafond is ingesteld om de kloof tussen rijke en minder rijke teams te verkleinen, maar de werkelijke kosten liggen vaak veel hoger.
“Volgens Toto Wolff, de teambaas van Mercedes, zou een nieuw Formule 1-team 1 miljard dollar moeten investeren om competitief uit de startblokken te komen.”
Naast het budgetplafond zijn er ook de salarissen van de coureurs. Voor topcoureurs kunnen die salarissen oplopen tot meer dan $40 miljoen per jaar. En de kosten voor motoren?
Die liggen rond de $80-100 miljoen per jaar en vallen ook buiten de budgetcap. Volgens Mercedes-teambaas Toto Wolff moet een nieuw team zelfs $1 miljard investeren om competitief te kunnen zijn.
“Een nieuwe deelnemer betaalt grofweg $200 miljoen aan inschrijfgeld. Hiermee compenseert de sport de overige teams zodat zij niet hoeven in te leveren bij het verdelen van de prijzenpot aan het einde van het F1-seizoen.”
De miljoenenuitgaven van F1-teams
Het budgetplafond van $135 miljoen dekt een groot deel van de uitgaven voor het ontwerpen en ontwikkelen van de auto’s, het testen van componenten en de operationele werkzaamheden zoals logistiek en materiaalkosten voor banden en brandstof. Zelfs schade die tijdens races wordt opgelopen, moet uit dit budget betaald worden, wat voor veel frustratie zorgt bij de teams.
Er zijn echter belangrijke uitzonderingen. De salarissen van coureurs en de drie best betaalde medewerkers vallen buiten het budgetplafond, wat voor topteams een enorme kostenpost kan zijn.
Kostenpost | Geschatte uitgave |
---|---|
Ontwikkeling auto | 60-80 miljoen dollar |
Motoren | 80-100 miljoen dollar |
Salarissen coureurs | 5-80 miljoen dollar |
Operationele kosten | 20-30 miljoen dollar |
Logistiek | 10-15 miljoen dollar |
Marketing en PR | 5-10 miljoen dollar |
Max Verstappen verdient meer dan $40 miljoen per jaar bij Red Bull, terwijl zijn teamgenoot Sergio Perez nog eens $12 miljoen opstrijkt. Lewis Hamilton bevindt zich in dezelfde prijsklasse bij Mercedes.
Voor kleinere teams zijn de salarissen vaak een stuk lager. Een achterhoedeteam betaalt doorgaans tussen de $5 en $10 miljoen voor twee bekwame coureurs.
Jonge talenten kosten meestal niet meer dan $1 miljoen per jaar, terwijl meer ervaren coureurs richting de $5 miljoen gaan. De meeste gevestigde coureurs verdienen rond de $10 miljoen per seizoen.

Naast de salarissen vormen de kosten voor motoren ook een grote uitgavenpost. Een complete Formule 1-motor kost voor klantenteams al snel zo’n $10 miljoen. Met vier motoren per seizoen per auto loopt dit al snel op tot $80-100 miljoen per jaar. Deze kosten vallen, net als de salarissen, ook buiten het budgetplafond.
De totale jaarlijkse uitgaven van een Formule 1-team zijn dan ook veel hoger dan alleen het budgetplafond. Voor topteams zoals Red Bull en Mercedes liepen de kosten in het verleden op tot meer dan $250 miljoen per jaar, terwijl een kleiner team zoals Williams het met de helft moet doen.
De enorme investeringen voor nieuwe teams
Een nieuw Formule 1-team opzetten vereist gigantische investeringen. Naast de jaarlijkse operationele kosten moet een nieuw team fors investeren in faciliteiten en infrastructuur.
Het bouwen van een nieuwe hightech fabriek kan al snel honderden miljoenen dollars kosten. Toto Wolff schat dat een nieuw team zelfs $1 miljard moet investeren om competitief te starten in de Formule 1. Dit bedrag is nodig voor zaken als:
- De bouw van een state-of-the-art fabriek
- Aanschaf van geavanceerde windtunnels en simulatoren
- Opzetten van een volledige technische afdeling
- Aantrekken van toptalent op alle niveaus
- Ontwikkeling van een competitieve auto
Bovenop deze kosten komt nog eens zo’n $200 miljoen aan inschrijfgeld dat een nieuw team moet betalen aan de Formule 1. Dit geld wordt verdeeld onder de bestaande teams als compensatie voor het kleinere deel van de prijzenpot dat zij ontvangen met de komst van een extra deelnemer.

Al deze hoge investeringen maken het voor nieuwe teams extreem moeilijk om toe te treden tot de Formule 1. Dit verklaart waarom er in de afgelopen jaren nauwelijks nieuwe renstallen zijn bijgekomen, ondanks de groeiende populariteit van de sport.
Vergelijking van teambudgetten
Het budgetplafond heeft de uitgaven van Formule 1-teams meer gelijk getrokken, maar er blijven grote verschillen bestaan. Hieronder een overzicht van de geschatte totale uitgaven van F1-teams in 2023, inclusief kosten buiten het budgetplafond:
Team | Geschatte uitgaven (miljoen $) |
---|---|
Mercedes | 400-450 |
Red Bull | 400-450 |
Ferrari | 400-450 |
McLaren | 250-300 |
Alpine | 250-300 |
Aston Martin | 200-250 |
AlphaTauri | 150-200 |
Alfa Romeo | 150-200 |
Haas | 135-150 |
Williams | 135-150 |
Deze schattingen tonen aan dat, ondanks het budgetplafond, er nog steeds aanzienlijke verschillen bestaan tussen de topteams en de kleinere renstallen. De extra uitgaven aan zaken zoals salarissen, motoren en faciliteiten geven de rijkere teams nog altijd een flink voordeel.
De impact van het budgetplafond
Het in 2021 ingevoerde budgetplafond heeft de financiële situatie van Formule 1-teams ingrijpend veranderd. Waar topteams als Mercedes en Red Bull voorheen eenvoudig meer dan $400 miljoen per jaar uitgaven, moeten ze nu creatief zijn om binnen de limiet van $135 miljoen te blijven.
Dit heeft geleid tot:
- Ontslagen bij grote teams om personeelskosten te verlagen.
- Meer focus op efficiëntie en kostenbesparingen.
- Minder extreme ontwikkelingen van auto’s gedurende het seizoen.
- Kleinere verschillen in prestaties tussen top- en middenteams.
Toch blijven er zorgen over de effectiviteit van het budgetplafond. Sommige teams pleiten voor strengere controles en hogere straffen bij overschrijdingen. Er is ook discussie over welke kosten wel en niet onder de cap moeten vallen.
Ondanks deze uitdagingen lijkt het budgetplafond zijn doel te bereiken: het creëren van een meer gelijk speelveld in de Formule 1. De verschillen tussen de teams zijn kleiner geworden en de spanning op de baan is toegenomen. Dit maakt de sport aantrekkelijker voor fans en potentiële nieuwe deelnemers.