Coureurs passen hun rijstijl aan, kiezen strategische racelijnen en werken nauw samen met hun teams om de auto-setup te optimaliseren. Het doel is om de negatieve effecten van vuile lucht te minimaliseren en de grip en stabiliteit te maximaliseren.
Turbulente lucht vermindert de downforce, wat resulteert in minder grip en stabiliteit in de bochten. Coureurs ervaren dit als een ‘lichtere’ auto, wat het moeilijker maakt om de gewenste snelheid aan te houden.
De keuze van racelijnen speelt een cruciale rol bij het vermijden van turbulente lucht. Coureurs zoeken naar schone lucht door alternatieve lijnen te rijden, zelfs als deze niet de ideale racelijn zijn.
Dit helpt hen om de aerodynamische prestaties van hun auto te behouden en kansen voor inhaalacties te creëren. Teams besteden veel aandacht aan de auto-setup om de impact van turbulentie te verminderen.
Onderdeel | Functie in schone lucht | Aanpassing voor turbulente lucht |
---|---|---|
Voorvleugel | Genereren downforce, sturen luchtstroom | Complexe elementen voor stabiliteit |
Vloer | Creëren grondeffect | Geavanceerde kanalen voor constante zuiging |
Achtervleugel | Downforce en drag balanceren | Flexibele configuraties voor verschillende situaties |
Sidepods | Koeling en luchtstroom management | Geoptimaliseerd voor minimale turbulentie |
Ze passen de ophanging, vleugelstanden en bandendruk aan om de auto stabieler te maken in turbulente omstandigheden. Deze aanpassingen helpen coureurs om beter om te gaan met de uitdagingen van vuile lucht.
Het gebruik van DRS en slipstream beïnvloedt ook hoe coureurs omgaan met turbulentie. Hoewel deze systemen voordelen bieden op rechte stukken, kunnen ze extra uitdagingen creëren in bochten.
Turbulente lucht beheersen
F1-coureurs hebben verschillende technieken ontwikkeld om turbulente lucht in snelle bochten te beheersen. Dit helpt hen om de auto stabieler te houden in de onvoorspelbare luchtstroom.
Een belangrijke techniek is het aanpassen van het rempunt. Coureurs remmen vaak eerder en geleidelijker in turbulente omstandigheden om de stabiliteit van de auto te behouden.
Ze vermijden abrupte bewegingen die de al verminderde grip verder kunnen compromitteren. Het gebruik van de juiste lijnen door de bocht is cruciaal.
Coureurs zoeken naar delen van de baan waar de turbulentie minder sterk is, zelfs als dit betekent dat ze niet de ideale racelijn volgen. Dit kan inhouden dat ze wijder insturen of juist dichter bij de apex blijven, afhankelijk van waar ze de meeste grip kunnen vinden.
“Zodra ik in de turbulente lucht zat, had ik niet genoeg voordeel om kans te maken op een inhaalactie – of zelfs om binnen DRS-afstand te komen,” aldus een McLaren-coureur.
Coureurs maken ook gebruik van de aerodynamische eigenschappen van hun auto om turbulentie te minimaliseren. Ze kunnen bijvoorbeeld de hoek van de auto ten opzichte van de wind subtiel aanpassen om meer schone lucht over de vleugels te laten stromen.
Effect op aerodynamica
Turbulente lucht verstoort de luchtstroom over de aerodynamische oppervlakken, wat leidt tot een aanzienlijk verlies aan downforce. Dit verlies kan oplopen tot wel 46% wanneer een auto op slechts tien meter afstand volgt.
Het verlies aan downforce resulteert in verminderde grip, wat vooral merkbaar is in de bochten. Coureurs ervaren dit als een ‘lichtere’ auto, wat het moeilijker maakt om de gewenste snelheid aan te houden en de ideale lijn te volgen.
De verminderde aerodynamische efficiëntie leidt ook tot verhoogde bandenslijtage. De banden moeten harder werken om grip te genereren, wat resulteert in snellere degradatie en potentieel verlies van prestaties over langere runs.
“Het is op dit moment lastig om te volgen. Het wordt steeds moeilijker om auto’s te volgen naarmate de jaren verstrijken,” merkt George Russell op.
Het effect van turbulente lucht is niet beperkt tot de achtervleugel. De voorvleugel en de vloer van de auto, die cruciaal zijn voor het genereren van downforce, worden ook beïnvloed. Dit resulteert in een algehele vermindering van de aerodynamische prestaties van de auto.
Strategische racelijnen
Coureurs zoeken constant naar ‘schone lucht’ om de aerodynamische prestaties van hun auto te maximaliseren en kansen voor inhaalacties te creëren. In snelle bochten kunnen coureurs ervoor kiezen om een wijdere lijn te nemen dan gebruikelijk.
Dit kan hen uit de directe turbulente zone brengen die door de voorliggende auto wordt gecreëerd, waardoor ze meer grip behouden en potentieel sneller door de bocht kunnen gaan.
Het gebruik van alternatieve lijnen kan ook helpen bij het voorbereiden van inhaalacties. Door een andere lijn te kiezen, kunnen coureurs momentum opbouwen en zich positioneren voor een aanval op het volgende rechte stuk.
“Je moet haast meer dan acht tienden van een seconde voordeel hebben om iets uit te halen in de race,” stelt Zhou Guanyu van Sauber.
Coureurs moeten ook rekening houden met de wisselwerking tussen hun gekozen lijn en het DRS-systeem. Soms kan het voordeliger zijn om dichter achter een voorligger te blijven, ondanks de turbulentie, om binnen DRS-bereik te blijven voor het volgende rechte stuk.
Auto-setup optimaliseren
Teams maken zorgvuldige aanpassingen aan verschillende aspecten van de auto om deze stabieler en meer voorspelbaar te maken in turbulente omstandigheden. Een belangrijke focus ligt op de afstelling van de ophanging.
Coureurs kunnen kiezen voor een stijvere setup om de auto stabieler te houden in turbulente lucht, of juist voor een zachtere afstelling om meer mechanische grip te genereren.
De vleugelstanden worden ook aangepast om een balans te vinden tussen downforce en drag. In circuits waar turbulentie een groot probleem is, kunnen teams ervoor kiezen om met minder downforce te rijden om minder gevoelig te zijn voor vuile lucht.
Aspect | Aanpassing | Doel |
---|---|---|
Ophanging | Stijver/Zachter | Stabiliteit/Grip |
Vleugelstanden | Minder/Meer downforce | Balans drag/downforce |
Bandendruk | Hoger/Lager | Stabiliteit/Gripniveau |
Rembalans | Voor/Achter | Stabiliteit bij remmen |
Teams passen de bandendruk aan om de juiste balans te vinden tussen grip en duurzaamheid, rekening houdend met de verhoogde slijtage die turbulente lucht kan veroorzaken.
De rembalans wordt ook zorgvuldig afgesteld om coureurs meer controle te geven bij het remmen in turbulente omstandigheden. Een goed afgestelde rembalans kan helpen om de stabiliteit van de auto te behouden bij het ingaan van bochten.
DRS en slipstream effecten
DRS en slipstream bieden voordelen op rechte stukken, maar kunnen extra uitdagingen creëren in bochten. DRS vermindert de luchtweerstand van een auto, waardoor deze sneller kan accelereren op rechte stukken.
Dit kan coureurs helpen om dichterbij een voorligger te komen, maar het vermindert ook de downforce, wat problematisch kan zijn bij het ingaan van een bocht.
Slipstream, het fenomeen waarbij een auto profiteert van de verminderde luchtweerstand achter een andere auto, kan coureurs helpen om sneller te rijden op rechte stukken. Echter, dit plaatst de auto ook direct in de turbulente lucht van de voorligger.
“Elk jaar verbeteren de teams hun downforceniveau en dat maakt het lastiger om te volgen,” legt Zhou Guanyu uit.
Coureurs moeten een delicate balans vinden tussen het benutten van DRS en slipstream voor snelheid, en het behouden van voldoende controle en stabiliteit in de bochten. Dit vereist vaardigheid en ervaring om te bepalen wanneer en hoe deze systemen het best kunnen worden ingezet.
Het effect van DRS en slipstream varieert per circuit. Op banen met lange rechte stukken gevolgd door snelle bochten, zoals Monza, kan het gebruik van deze systemen een grotere impact hebben op de racestrategie en de manier waarop coureurs omgaan met turbulentie.