Lewis Hamilton had het zich vast anders voorgesteld. Zijn eerste seizoen bij Ferrari verloopt grillig, en het raceweekend op Spa-Francorchamps werd daar geen uitzondering op. Wat begon met een spin in de Sprint eindigde uiteindelijk in een knappe inhaalrace — geholpen door een slimme bandenwissel en… een onbekende naam in de Ferrari-garage.
Hamilton begon het weekend met forse tegenslag. Een spin tijdens de Sprintkwalificatie zorgde ervoor dat hij als 18e moest starten. Wat de meeste kijkers niet zagen, was dat er achter de schermen een extra uitdaging bij kwam: een nieuwe ingenieur naast hem, afkomstig uit zijn tijd bij Mercedes.
“Het is niet makkelijk om midden in een seizoen van ingenieur te wisselen. Maar het is iemand die ik al jaren ken, van mijn vorige team.”
Hoewel hij geen naam noemde, liet Hamilton doorschemeren dat deze persoon hem eerder al ondersteund had bij Mercedes — zij het in een andere rol. De samenwerking tussen hen moest in korte tijd vorm krijgen, met een auto die óók nog eens flink was aangepast.
Ferrari introduceerde in België een herziening aan de achterwielophanging — een upgrade waar Charles Leclerc al ervaring mee had opgedaan, maar voor Hamilton was het compleet nieuw. De combinatie van die wijziging én de verse samenwerking met zijn nieuwe ingenieur leverde een steile leercurve op.
“We zaten er allebei middenin, maar ik denk dat we het gedurende de nacht heel goed hebben opgelost.”
Volgens de zevenvoudig wereldkampioen leidde de nieuwe technische aanpassing zelfs tot zijn spin bij het aanremmen voor de Bus Stop-chicane. Hetzelfde element zou eerder ook Leclerc hebben verrast tijdens een crash in Canada.
“Ik had niet verwacht dat de auto zo zou reageren. Het overviel me gewoon.”
Oplossingen uit noodzaak
Desondanks wist Hamilton zich in de race op zondag te herpakken. Door op het juiste moment over te stappen op slicks, knokte hij zich op indrukwekkende wijze terug naar een zevende plaats — niet wereldschokkend, maar gezien zijn startpositie en de omstandigheden zeker noemenswaardig.
“De auto was vandaag zoveel beter te rijden. Ik had er echt plezier in om me weer naar voren te vechten.”
De samenwerking met de nieuwe ingenieur begon dus onder hoge druk, maar leek juist daardoor sneller tot concrete resultaten te leiden. Hamilton sprak met opvallend veel vertrouwen over de snelheid van aanpassing binnen zijn team.
Wat blijft hangen, is dat Hamilton binnen 48 uur moest schakelen tussen frustratie, afstemming en fine-tuning. Hij leerde zijn nieuwe collega beter kennen, paste zijn rijstijl aan op een onbekende afstelling en reed alsnog naar een respectabele finish.
“We leren supersnel. Dit weekend bracht het beste in ons naar boven.”
Ferrari’s auto lijkt nog steeds grillig, maar Hamiltons vermogen om zich aan te passen — en samen te werken met nieuwe mensen in oude kringen — toont waarom hij nog altijd een factor is in de Formule 1.
Hamilton sluit het weekend af met een gevoel van opluchting, maar ook met nieuwe inzichten. Hij keert terug naar de fabriek in aanloop naar de GP van Hongarije — beter voorbereid, met meer vertrouwen én een extra ervaring op zak.
“Ik heb vandaag echt meer over de auto geleerd. Dat neem ik mee naar volgende week. We kunnen nu bouwen aan iets stabielers.”
De eerste samenwerking met zijn nieuwe ingenieur is dus meer dan een voetnoot. Het is het begin van een cruciale fase in zijn Ferrari-avontuur.