Ferrari zocht vuur, maar kreeg mist. Negen races na de megatransfer van Lewis Hamilton naar Maranello, is het niet de zevenvoudig wereldkampioen die het team draagt — maar Charles Leclerc.
En waarbinnen de muren van Ferrari al gefluisterd werd, sprak Johnny Herbert het luid en duidelijk uit. Volgens de oud-coureur is het tijd voor een ongemakkelijke conclusie: Ferrari kan niet meer bouwen op Lewis Hamilton.
De uitspraken van Herbert kwamen hard aan. Niet als grapje in een paddockpraatje, maar als publieke wake-up call. Hij trok parallellen met Nigel Mansell en Michael Schumacher — twee grootheden die ooit terugkeerden, maar hun magie kwijt waren.
Wat Herbert zei, was niet mild. Hij stelde openlijk de vraag of Hamilton überhaupt nog over het “pure tempo” beschikt waarmee hij jarenlang de Formule 1 domineerde.
“Het lijkt alsof Lewis echt verdwaald is. Als hij nog op zijn top zat, zou hij hetzelfde doen als Verstappen nu — het maximale uit de auto halen, verwachtingen overtreffen, het onmogelijke vanzelfsprekend maken.”
Maar dat gebeurt niet. Sterker nog: in Spanje moest Hamilton op de baan plaatsmaken voor Leclerc, die vervolgens op het podium eindigde. Hamilton zelf viel terug naar P6, ingehaald door Nico Hülkenberg in een Sauber — een moment dat nauwelijks past bij de status van een recordkampioen.
Gebrek aan connectie
Volgens Herbert ligt het probleem niet alleen in prestaties. Het gaat dieper. Hij noemt een gebrek aan connectie tussen Hamilton en zijn race-engineer Riccardo Adami.
Cruciale communicatie blijft uit, en zonder die synergie — de chemie die legendes als Schumacher en Vettel wél hadden binnen Ferrari — rijdt Hamilton “blind”.
“Er zijn strategische fouten geweest, radioboodschappen die niet kloppen. Lewis lijkt zich nog niet thuis te voelen sinds zijn sprintzege in China. En dat zie je aan alles.”
Een coureur die zich niet gehoord of begrepen voelt, kan zelden topprestaties leveren. Zeker niet in een team als Ferrari, waar interne politiek en emotie altijd meespeelt.
In dat vacuüm treedt Leclerc naar voren. De Monegask doet geen grote uitspraken, wint niet elke race, maar sprokkelt wel podiums — zelfs als de auto hapert. Volgens Herbert is dát wat Ferrari nu nodig heeft: consistentie, betrouwbaarheid, toekomstgerichtheid.
“Leclerc groeit nog elke race. Hij is degene die ze kunnen vertrouwen, concludeert Herbert. Ferrari moet durven kiezen.”
En dát is misschien wel het pijnlijkste punt van alles. Want Ferrari haalde Hamilton niet binnen voor de show. Ze wilden de laatste stap zetten richting de wereldtitel.
Maar in plaats daarvan staan ze opnieuw voor een identiteitscrisis: bouwen ze het team rond een levende legende die zijn draai niet vindt, of rond de coureur die het nu al stilletjes waarmaakt?
Teken aan de wand
De cijfers liegen niet. Leclerc leidt Hamilton met 23 punten in het kampioenschap. Hij haalde al meerdere podiums. Hamilton staat droog sinds China. Geen overwinning, geen ritme, geen momentum. En zoals Herbert benadrukt: in de Formule 1 draait het niet om verleden, maar om vandaag.
In een sport waar elk detail telt en elke tiende van een seconde miljoenen kost, kan Ferrari zich geen sentiment veroorloven. De ontwikkeling van de auto voor 2026 is al begonnen. En met nieuwe regels op komst, kunnen ze zich niet veroorloven om op het verkeerde paard te wedden.
Hamilton zit nu misschien wel in de zwaarste strijd van zijn carrière. Niet tegen Verstappen, niet tegen leeftijd, maar tegen perceptie. Elk raceweekend zonder doorbraak is munitie voor zijn critici — en een reden voor Ferrari om zich intern te heroriënteren.
En toch: dit is nog altijd Lewis Hamilton. 103 overwinningen. Zeven wereldtitels. Meer ervaring dan wie dan ook op de grid. Als er één coureur is die dit verhaal kan kantelen, is hij het. Maar de tijd begint te dringen. Niet omdat hij moet, maar omdat Ferrari anders gaat kiezen.