De FIA bevestigt dat de terugkeer van V10-motoren daadwerkelijk wordt overwogen. Tijdens een mediarondetafel in China gaf Nikolas Tombazis, directeur single seaters bij de FIA, aan dat dit scenario serieus onderzocht wordt.
Hij benadrukte dat er meerdere opties op tafel liggen, waaronder het inkorten van de motorreglementen die vanaf 2026 van kracht worden.
Hoewel de gesprekken zich nog in een vroeg stadium bevinden, sluit de FIA niets uit.
Volgens Tombazis draait alles momenteel om twee vragen: willen we over een paar jaar overstappen op een ander type powerunit, en zo ja, wat doen we in de tussenliggende jaren? Die tweede vraag is volgens hem ondergeschikt aan de eerste.
De timing van deze overweging is opvallend. Meerdere fabrikanten, waaronder Audi, zijn al ver gevorderd met de ontwikkeling van hun 2026-powerunit.
Toch wordt er openlijk gesproken over het mogelijk terugdraaien of verkorten van de aankomende reglementen.
“De president stelde vraag één. Vraag twee komt daarna, afhankelijk van wie je spreekt”
Kostenbesparing en duurzame brandstof als drijfveren
Een belangrijke reden voor het opnieuw overwegen van V10-motoren is het kostenplaatje. Tombazis noemt de huidige hybride powerunits simpelweg te duur. Die constatering draagt bij aan de zoektocht naar een eenvoudiger én goedkoper alternatief.
De voortgang op het gebied van duurzame brandstoffen maakt het bovendien mogelijk om klassieke motorconfiguraties opnieuw in beeld te brengen, zonder daarbij af te wijken van de klimaatdoelstellingen van de sport.
De FIA ziet in dat een herintroductie van V10-motoren, draaiend op volledig duurzame brandstoffen, zowel financieel als technisch aantrekkelijk kan zijn.
Bovendien zou het geluid van een V10 kunnen bijdragen aan de beleving voor fans, al werd dat tijdens het mediagesprek niet expliciet benoemd.
De uitspraken van FIA-president Mohammed Ben Sulayem, waarin hij V10-motoren in 2028 noemde als optie, hebben de discussie binnen de paddock verder aangewakkerd.
Tombazis bevestigt nu dat dit geen losse flodder was, maar een serieus onderdeel van de interne evaluaties.
Hoewel de motorregels voor 2026 al officieel zijn goedgekeurd, benadrukt Tombazis dat de FIA open blijft staan voor overleg met fabrikanten en teams.
Er is volgens hem geen sprake van paniek of onzekerheid, maar wel van een gezonde discussie over de lange termijn.
“We hebben geen voorstel liggen. Er zijn gesprekken”
Daarmee erkent hij ook dat veranderingen niet zomaar worden doorgevoerd. De FIA heeft geen bevoegdheid om unilateraal beslissingen op te leggen.
Elke wijziging moet worden goedgekeurd via de bestaande governanceprocedures, waarin zowel de motorfabrikanten als de teams zeggenschap hebben.
Als de chassisregels geraakt worden, moet ook dat onderdeel via aparte procedures goedgekeurd worden, waaronder het Concorde Agreement en de International Sporting Code.
Tombazis bevestigt dat de deur open blijft, maar dat er zorgvuldig moet worden omgegaan met de belangen van alle betrokken partijen, zeker nu verschillende fabrikanten al miljoenen hebben geïnvesteerd in hun 2026-projecten.
Aandacht voor fabrikanten als Audi en Honda
Een ander gevoelig punt in het debat is de positie van nieuwe of terugkerende fabrikanten. De FIA onderstreept het belang van Audi, dat vanaf 2026 in de sport stapt, en Honda, dat eerder zijn vertrek had aangekondigd maar later besloot toch te blijven.
Volgens Tombazis is het cruciaal om deze partijen aan boord te houden.
“We zijn trots dat we Audi hebben binnengehaald. En dat Honda is teruggekeerd, betekent ook veel”
Elke ingrijpende wijziging moet daarom zorgvuldig worden afgewogen. Het afschrikken van nieuwe investeerders of het frustreren van bestaande ontwikkeltrajecten zou de geloofwaardigheid van de FIA en de sport als geheel ondermijnen.
Tombazis noemt het vinden van een ‘sweet spot’ waarin recht wordt gedaan aan alle belangen de grootste uitdaging in dit proces.
Volgens hem bestaat er geen enkelvoudig antwoord dat tegelijk recht doet aan kostenbesparing, technische haalbaarheid, investeerdersvertrouwen en sportieve aantrekkingskracht.
Daarom blijft het een open discussie zonder harde deadlines of directe voorstellen.
De FIA herhaalt dat elke koerswijziging breed gedragen moet zijn. Er is geen ruimte voor solistische besluiten of plotselinge koersveranderingen. Alleen met instemming van de betrokken partijen kan er een andere richting worden gekozen.
Het governanceproces verloopt in twee stappen. Eerst is goedkeuring nodig van de motorfabrikanten onder het bestaande motorreglementkader.
Als de wijzigingen ook het chassis raken, moeten de teams eveneens instemmen via de daarvoor geldende afspraken.
“We veranderen niets eenzijdig. Er moet consensus zijn”
Tombazis gaf aan niet te willen specificeren of unanimiteit vereist is, maar maakt wel duidelijk dat het een gezamenlijke beslissing moet zijn.
Het uitgangspunt is helder: alle betrokkenen moeten hun stem kunnen laten horen, en hun investering moet worden gerespecteerd.
