Zelden zag Ferrari er zo competitief uit in de vrije training, maar even zelden liep het daarna zo snel mis. Wat begon als een veelbelovende kwalificatie voor de GP van Canada eindigde in frustratie, fouten en vragen over de strategie. Ferrari slaagde er opnieuw niet in om het potentieel van de SF25 om te zetten in resultaat.
In de laatste vrije training stond Charles Leclerc op P2, Lewis Hamilton op P4. Plots leek de Ferrari snel, stabiel en klaar om mee te vechten voor de eerste twee rijen. De SF25 toonde zeldzaam evenwicht over één ronde en zelfs de race runs oogden veelbelovend.
Maar de start van Q1 liet meteen zien dat alles op scherp stond. De eerste pogingen van beide Ferrari-coureurs werden verpest door koud rubber.
“De banden zaten totaal niet in het juiste venster. Bij bocht één schoot ik al rechtdoor.”
Bij Leclerc was het niet veel beter. Hij reed zijn ronde wel uit, maar het was meteen duidelijk dat de grip ontbrak. In een later stadium herpakten ze zich, maar het eerste signaal was al afgegeven: Ferrari had het temperatuurbeheer van de banden opnieuw niet onder controle.
Chaos bij de opbouw
Tijdens Q2 leek de situatie zich te stabiliseren. De rode auto’s reden met gebruikte banden en eindigden net achter de McLarens. Leclerc zette zelfs de snelste tijd op de klokken na een sterke pushlap.
Maar het draaiboek begon te rafelen toen beide coureurs vers rubber wilden inzetten voor Q3. De timing klopte niet. Hamilton zat vast achter verkeer, Leclerc raakte uit balans. De Brit kreeg nog instructies via de radio:
“Focus meer op de exit van bocht acht, dat is je sleutel naar snelheid.” — Ricardo Adami (race engineer Hamilton)
Toch bleven de banden op de cruciale momenten buiten het ideale temperatuurbereik. Het leidde tot een rommelige opbouw naar de allesbeslissende ronde.
De laatste run begon hoopvol. Beide coureurs hadden een vrij circuit en frisse banden. Hamilton was als eerste op de baan, maar verspeelde opnieuw tijd bij bocht één. Zijn ronde was degelijk, maar niet scherp genoeg. Hij klokte zes tienden langzamer dan pole.
Daarna kwam Leclerc. Hij begon sterk, vloeiend, met vertrouwen. Maar bij bocht zes ging het gruwelijk mis. Hij remde te laat, miste de lijn volledig en verloor de controle bij het uitkomen.
“Ik had het gevoel dat ik werd opgehouden, maar dat was uiteindelijk niet zo. Mijn fout.”
De frustratie via de boardradio was duidelijk hoorbaar. De boosdoener? Een verkeerd gekozen moment, een instabiele auto én opnieuw die banden.
Ferrari’s terugkerende achilleshiel
De rode draad door het hele kwalificatieverhaal: Ferrari krijgt de banden niet op temperatuur. Zowel bij de eerste als tweede poging lukt het niet om grip te vinden in de openingsbochten. Dat zorgt voor remfouten, overstuur en ronde na ronde die niet optimaal zijn.
En dat terwijl andere teams — Mercedes met Russell voorop — wél hun bandenmanagement onder controle hadden. Russell pakte pole op mediums. Max Verstappen zat er kort achter, ook op een alternatieve strategie. Ferrari speelde op safe, maar deed dat met onzekerheid en onhandigheid.
Hamilton eindigde als vijfde. Leclerc viel buiten de top zes. Niet het rampzalige resultaat van Monaco, maar wel opnieuw een gemiste kans — en dat op een circuit waar Ferrari naar eigen zeggen competitief zou zijn.
Het patroon blijft zich herhalen. Ferrari heeft snelheid in flashes, maar mist precisie in uitvoering. Timing, keuzes, banden — het zijn telkens kleine details die grote gevolgen hebben. In Montreal kreeg de SF25 eindelijk de kans om te schitteren. Maar die kans werd verprutst.
Zolang Ferrari die laatste stap niet weet te zetten, blijven ze steken in de middenmoot van het frontveld. De auto is niet traag. De coureurs zijn niet middelmatig. Maar als het moment van pieken komt, gaat het te vaak fout. En daar zit precies het pijnpunt.