Ferrari had in Bahrein geen tempo om voor de overwinning te vechten. Ook als Charles Leclerc het podium had gehaald, zou dat weinig hebben veranderd aan het grotere plaatje. De prestaties blijven achter, ondanks zichtbare verbeteringen aan de SF-25.
Teamchef Frédéric Vasseur legde na afloop uit dat de updates functioneerden zoals verwacht, maar dat het gat naar McLaren structureel is.
Volgens hem was de Britse auto in bepaalde omstandigheden drie tienden per ronde sneller, een marge die in de Formule 1 niet te negeren valt.
“Zelfs met een podium zou er niks veranderd zijn. We hebben simpelweg meer performance nodig.”
Ferrari koos voor een flexibele bandenstrategie met starts op mediums, gevolgd door een tweede stint op dezelfde compound.
De bedoeling was om in de slotfase te profiteren van het tempovoordeel op de zachte band, maar een safety car doorkruiste die aanpak.
Vasseur legde uit dat Ferrari op dat moment net het snelste team op de baan was. Het plan om langer door te rijden en dan op zachte banden over te schakelen viel in het water toen de neutralisatie precies in hun window viel.
“Mercedes was agressief, wij kozen voor flexibiliteit. De safety car kwam gewoon op een slecht moment voor ons,” aldus Vasseur.
Door de timing moest Ferrari noodgedwongen op harde banden eindigen, terwijl teams zoals McLaren de race konden afmaken op mediums. Dat gaf concurrenten niet alleen een strategisch voordeel, maar ook betere grip in de cruciale laatste ronden.
Leclerc presteert sterk, maar mist snelheid voor echte aansluiting
Charles Leclerc reed een solide race. Zijn tempo was competitief, vooral tijdens de stints op medium en harde banden. Tot tien ronden voor het einde zat hij op slechts zeven seconden van raceleider Oscar Piastri.
Daarna liep het verschil op, mede door bandenslijtage en verkeer. De SF-25 voelde volgens de Monegask redelijk aan, al bleef onderstuur een factor. Toch wist hij meer uit de auto te halen dan zijn teamgenoot.
Zijn agressieve stijl, gecombineerd met een consistente aanpak, zorgde ervoor dat Ferrari een respectabele vierde plek kon behalen.
“We hebben alles gegeven, maar je hebt snelheid nodig om echt mee te doen,” zei Leclerc na afloop.
Het verschil in eindtijd was duidelijk: Piastri finishte 19,6 seconden voor Leclerc, terwijl Lewis Hamilton vijfde werd op 27,9 seconden. Daarmee bevestigt Ferrari zijn positie als subtopper, met het podium nog net buiten bereik.
De nieuwe vloer van de SF-25 zorgde voor meetbare progressie. De balans van de auto was stabieler, de grip toegenomen. Toch mist de Ferrari nog consistentie in de prestatie over een hele stint, vooral op de harde band.
Volgens de technische staf kan deze update op termijn meer opleveren, zodra men de volledige afstelling geoptimaliseerd heeft. Maar in Bahrein was het vooral duidelijk dat concurrenten als McLaren het pakket beter op orde hebben.
“We zijn nu derde of vierde kracht. De auto is niet slecht, maar we hebben nog geen wapens om races te winnen,” concludeerde Vasseur.
Hij wees erop dat de correlatie tussen updates en rondetijd vaak pas na meerdere races zichtbaar wordt. De vloertoevoeging is dus een stap vooruit, maar niet genoeg om de kloof naar de top in één weekend te dichten.
Verlies van potentieel door verkeersituaties en track position
Een ander struikelblok voor Ferrari was de track position. Leclerc zat lange tijd achter George Russell en verloor daar cruciale seconden. Vasseur benadrukte dat Lewis Hamilton met schone lucht kon rijden, terwijl Leclerc continu moest verdedigen of aanvallen.
Daardoor kon Ferrari zijn strategie niet optimaal uitspelen. De Monagaske coureur reed weliswaar sterk, maar verloor net genoeg tijd om nooit echt druk te zetten op Russell of Norris.
“Charles was gefrustreerd, en terecht. Hij heeft het hele weekend sterk gereden,” aldus de Ferrari-teambaas.
Een fout in Q3 zorgde ervoor dat Leclerc van verder naar achteren moest starten dan gewenst. Dit beperkte zijn mogelijkheden om mee te strijden in het voorveld.
Met een betere startpositie had het beeld er misschien iets anders uitgezien, maar ook dan was de winst ver weg gebleven.
Ferrari’s optreden in Bahrein toont aan dat het team zich in een overgangsfase bevindt. De SF-25 is betrouwbaar en toont potentieel, maar mist nog de laatste tienden die het verschil maken tussen strijden om het podium of meedoen voor de winst.
Met twintig races te gaan is er nog ruimte voor verbetering, maar de marges zijn klein en de concurrentie staat niet stil. Zonder significante prestatie-upgrades blijft het risico bestaan dat Ferrari ook dit seizoen vooral analyseert in plaats van viert.