Tijdens meerdere races in 2025 en 2026 zagen we het vaker: coureurs rijden vlak achter elkaar, klaar om in te halen, maar DRS blijft uit. Dat is geen fout of vergeten knop – het is een bewuste keuze van de FIA, gestuurd door strikte regels en realtime omstandigheden.
We leggen uit welke technische eisen, veiligheidsredenen en raceprocedures een rol spelen, en hoe de wedstrijdleiding hierover beslist.
Sinds 2025 zijn de regels rondom DRS aangescherpt. Niet alleen qua gebruiksmomenten, maar ook op technisch vlak. Zo moet de DRS-klep een minimale opening van 9,4 mm en een maximum van 13 mm hebben, in plaats van de vroegere 10–15 mm. Deze strengere marge voorkomt het zogenoemde “mini-DRS”-misbruik.
De FIA controleert nu strakker op manipulaties of afwijkingen in de klep. Als een team of sensor iets opmerkt dat buiten deze marges valt, mag het systeem tijdelijk niet gebruikt worden. In zulke gevallen blijft DRS dus bewust uitgeschakeld tot de situatie is opgelost.
Waarom DRS bij regen of slecht zicht altijd uit blijft
DRS zorgt voor minder luchtweerstand, en dus minder downforce – prima op een droge baan, maar gevaarlijk op een nat circuit. Bij regen of beperkt zicht (bijvoorbeeld door mist of spray) schakelt de FIA DRS standaard uit. Redenen waarom:
- Minder grip = meer risico op spins of crashes bij hoge snelheid.
- Beperkt zicht maakt het inschatten van inhaalacties onveiliger.
- Onvoorspelbare remzones op nat asfalt vergroten de kans op contact.
De wedstrijdleiding beslist op basis van metingen en track-observaties of de omstandigheden veilig genoeg zijn om DRS toe te staan.
Na de start van een race of een herstart na een safety car geldt altijd een wachttijd van twee volledige ronden voordat DRS wordt ingeschakeld. Die regel bestaat niet voor niets.
| Reden | Uitleg |
|---|---|
| Veiligheid | Auto’s zitten dicht op elkaar na de start – inhalen met DRS is dan riskant. |
| Stabiliteit | De race moet eerst “zetten” vooraleer er strategische acties ontstaan. |
| Eerlijkheid | Elk team krijgt tijd om te positioneren vóór het voordeel van DRS beschikbaar is. |
| Vermijden van chaos | Snelle inhaalacties in ronde 1 of 2 zorgen voor onvoorspelbare situaties. |
De FIA activeert DRS pas als het veld een normale vorm heeft aangenomen en er voldoende afstand zit tussen groepen.

DRS is niet alleen gebonden aan de start: ook bij een Safety Car (SC) of Virtual Safety Car (VSC) wordt het systeem tijdelijk gedeactiveerd. Tijdens en direct ná deze fases is het verboden om DRS te gebruiken. Waarom dit belangrijk is:
- Tijdens een SC- of VSC-periode rijden auto’s trager en dichter op elkaar.
- DRS zou dan een onbedoeld en gevaarlijk snelheidsvoordeel geven.
- Pas als er minimaal twee groene ronden zijn gereden na beëindiging van SC of VSC, mag DRS weer aan.
Zo blijft de race eerlijk én veilig na een neutralisatie.
Technische problemen: als DRS kapot is, gebeurt er dit
Soms blijft DRS uit doordat het systeem simpelweg niet werkt. Denk aan een storing in de actuator, softwarefout, of een sensor die de klepopening verkeerd doorgeeft. In die gevallen is DRS voor één of meerdere auto’s onbruikbaar, tot reparatie of race-einde. Wat er dan gebeurt:
- De FIA registreert het probleem automatisch via de auto-telemetrie.
- De coureur krijgt melding dat DRS niet beschikbaar is.
- Reparatie kan alleen tijdens een pitstop, mits het veilig is.
Technische storingen komen niet vaak voor, maar in een seizoen met steeds strengere reglementen worden kleine afwijkingen sneller bestraft.
De wedstrijdleiding van de FIA beslist wanneer DRS wordt ingeschakeld, vertraagd of tijdelijk verboden. Dat gebeurt niet willekeurig: zij houden real-time data, baancondities en auto-afstanden in de gaten.
“We activeren DRS pas als we zeker weten dat de omstandigheden dat toelaten, zegt FIA-racedirecteur Niels Wittich. Veiligheid is altijd leidend – zelfs als dat betekent dat coureurs moeten wachten.”
De wedstrijdleiding kan DRS ook per sector of zone blokkeren als daar bijvoorbeeld puin ligt of gele vlaggen zijn.
| Voorwaarde | Toelichting |
|---|---|
| Minimaal 2 ronden gereden | Na start of herstart pas na twee volledige ronden toegestaan |
| Alleen in DRS-zones | DRS mag enkel op vastgestelde zones van het circuit worden gebruikt |
| Binnen 1 seconde | De achterliggende auto moet binnen 1 sec. van de voorganger zijn bij detectiepunt |
| Geen SC, VSC of gele vlag | DRS uitgeschakeld bij neutralisaties of gevaarlijke situaties |
| Droge en veilige baan | Geen regen of vochtige omstandigheden |
| Geen technische storing | Alleen werkend systeem volgens specificaties mag geactiveerd worden |
| Opening tussen 9,4 – 13 mm | Vanaf 2025 streng gecontroleerde vleugelbewegingen |