Ayrton Senna’s dodelijke ongeval vond plaats op 1 mei 1994 tijdens de Grand Prix van San Marino op het circuit van Imola. De Braziliaanse Formule 1-coureur crashte in de zevende ronde van de race in de Tamburello-bocht. Senna’s Williams-Renault raakte van de baan en sloeg met hoge snelheid tegen de betonnen muur.
Ondanks snelle medische hulp ter plaatse en een spoedtransport per helikopter naar het ziekenhuis, overleed Senna later die dag aan zijn verwondingen. Zijn dood schokte de autosportwereld en leidde tot ingrijpende veiligheidsverbeteringen in de Formule 1.
De aanloop naar de fatale race
In de dagen voorafgaand aan Senna’s crash hing er al een sombere sfeer over het raceweekend in Imola. Tijdens de vrijdagtraining was Rubens Barrichello betrokken bij een zware crash, waarbij hij wonderbaarlijk genoeg slechts licht gewond raakte. Senna bezocht zijn landgenoot direct in het medisch centrum en was zichtbaar aangedaan door het incident.
Barrichello herinnert zich Senna’s reactie:
Het eerste gezicht dat ik zag was dat van Ayrton. Hij had tranen in zijn ogen. Ik had Ayrton nog nooit zo gezien. Ik had de indruk dat hij mijn ongeluk voelde alsof het een van zijn eigen ongelukken was.
Een dag later, tijdens de kwalificatie op zaterdag, verongelukte de Oostenrijkse coureur Roland Ratzenberger dodelijk. Senna was diep geschokt door dit nieuws en overwoog zelfs niet te starten in de race van zondag. Uiteindelijk besloot hij toch deel te nemen, maar zijn zorgen over de veiligheid bleven.
De laatste momenten voor de start
Op de ochtend van de race reed Senna nog 22 ronden tijdens de warm-up sessie. Hij noteerde de snelste tijd, maar was niet tevreden over het gedrag van zijn Williams-bolide. Senna besprak uitgebreid zijn zorgen met engineer David Brown, in de overtuiging dat het team de verkeerde richting insloeg met de auto-ontwikkeling.
Ondanks zijn twijfels over de auto, startte Senna vanaf poleposition. In de openingsronden wist hij zijn leidende positie te behouden, maar in ronde 7 ging het vreselijk mis in de snelle Tamburello-bocht.
Om 14:17 uur verloor Senna de controle over zijn auto en schoot rechtdoor de betonnen muur in. De impact was enorm en Senna bleef roerloos in de cockpit zitten. Hulpverleners waren snel ter plaatse, maar de ernst van de situatie was direct duidelijk.
De race werd stilgelegd en 37 minuten na de crash, om 14:55 uur, werd deze herstart. Vijf minuten later landde de helikopter met Senna aan boord bij het Maggiore-ziekenhuis in Bologna. Artsen voerden direct een hersenscan uit, die de diagnose van de artsen op het circuit bevestigde. Om 15:10 uur stopte Senna’s hart opnieuw, maar artsen wisten dit te herstarten.
Onderzoek naar de oorzaak
In de nasleep van het ongeval ontstond er controverse rond het onderzoek naar de oorzaak. De zwarte dozen van Senna’s auto, die cruciale data bevatten, werden onder onduidelijke omstandigheden uit het wrak verwijderd. Patrick Head, technisch directeur van Williams, wilde de telemetrie inzien maar kreeg aanvankelijk geen toegang tot de zwarte dozen.
Fabrizio Nosco, een technisch commissaris, verklaarde over het verwijderen van de zwarte dozen:
Whiting vertelde me de garage te openen en dat hij toestemming had van John Corsmit, de FIA-veiligheidschef die dag. Hij zei me de zwarte dozen te verwijderen. De Renault-motorbox bevond zich achter de cockpit. Ik verwijderde deze met een grote tang.
De Williams-chassisbox zat achter de radiator bij het rechter achterwiel. Ik heb duizenden van deze apparaten gezien en verwijderd voor controles. De twee dozen waren intact, hoewel ze wat krassen hadden. Het Williams-apparaat leek de crash te hebben overleefd.
Uiteindelijk bleek de data van de Williams-box onleesbaar door schade aan de connectoren. De Renault-box leverde wel bruikbare informatie op.
Gevolgen voor veiligheid in de Formule 1
De dood van Senna, in combinatie met het fatale ongeval van Roland Ratzenberger een dag eerder, leidde tot een drastische herziening van de veiligheidsmaatregelen in de Formule 1. Er werden onmiddellijk stappen ondernomen om de auto’s te vertragen, zoals het verminderen van de downforce en het toevoegen van chicanes in snelle bochten.
Op de lange termijn ontstond er een visie van continue veiligheidsevolutie, die zich richtte op drie hoofdgebieden:
- Verbeteringen aan de uitrusting van zowel auto als coureur
- Aanpassingen aan de circuits
- Upgrades van de medische faciliteiten
Enkele concrete verbeteringen die werden doorgevoerd zijn:
- De invoering van het HANS-systeem (Head And Neck Support)
- Verhoogde cockpitranden voor betere bescherming bij zijdelingse impacts
- Uitgebreide crashtests voor nieuwe auto-ontwerpen
- Grotere uitloopzones op circuits
- Verbeterde barrières die de impact van crashes geleidelijker opvangen
- Strengere eisen aan medische centra op circuits
Blijvende herinnering en nalatenschap
Hoewel de veiligheid in de Formule 1 enorm is verbeterd sinds 1994, blijft de sport inherent gevaarlijk. De dood van Jules Bianchi in 2014 en Anthony Hubert in de Formule 2 in 2019 zijn pijnlijke herinneringen aan de risico’s die coureurs nog steeds lopen.
Senna’s nalatenschap reikt echter verder dan alleen de veiligheidsverbeteringen. Zijn uitzonderlijke talent, vastberadenheid en charisma maken hem tot een van de meest gerespecteerde en herinnerde coureurs in de geschiedenis van de autosport. Zelfs 30 jaar na zijn dood wordt Senna nog steeds gezien als een van de grootste Formule 1-coureurs aller tijden, wiens invloed op de sport blijvend is.