Een stilstaande paddock is er nooit in de Formule 1, maar met de reset van de aerodynamische ontwikkelingslimieten (ATR) halverwege het seizoen, is het schaakbord in aanloop naar 2026 opnieuw ingericht.
Terwijl sommige teams hun voordeel zien verdampen, kunnen anderen plots meer uren maken in de windtunnel. En dat net nu het ontwerp van de nieuwe generatie auto’s op volle toeren draait.
Bij Williams zullen ze het woord ‘ironisch’ niet graag horen. Het team presteerde ondermaats in 2024, maar staat dit seizoen sterk vijfde – een teken van duidelijke vooruitgang onder leiding van James Vowles. Maar dat succes kent een keerzijde: Williams krijgt de grootste beperking in windtunnel- en CFD-tijd van alle teams.
Sinds de reset op 22 juni, vlak na de GP van Canada, mag het team slechts 75% van de basishoeveelheid gebruiken. Daarmee wordt het zwaarste offer gebracht in een cruciale ontwikkelingsfase voor 2026. Toch houdt Vowles de moed erin.
“We hebben ons al vroeg volledig op 2026 gestort. Dus hoewel het vervelend is om ontwikkeltijd te verliezen, denk ik niet dat we een verschil zullen merken.” – James Vowles, teambaas Williams
Mercedes verrast door timing
Ook Mercedes voelt de impact. Het team stond begin 2025 nog vierde in het kampioenschap en profiteerde van een grotere ontwikkelingsruimte. Maar door een reeks degelijke resultaten net voor de reset steeg het naar plek twee. Gevolg: het mag nu slechts 75% ATR gebruiken, in plaats van de eerdere 85%.
Daarmee dreigt Mercedes een sleutelvoordeel te verliezen richting de nieuwe reglementen, precies in de periode waarin slimme aero-keuzes het verschil kunnen maken.
Wie wel mag lachen: Alpine. Het team gleed dit jaar weg van een zesde plek in 2024 naar de laatste plaats in het constructeurskampioenschap. Daardoor stijgt het ATR-aandeel van een normale 100% naar het maximum van 115% – een ongekende boost.
En dat terwijl Alpine vanaf 2026 met Mercedes-powerunits gaat rijden. Een toeval dat de Fransen uitstekend uitkomt. In het verleden bewezen ze al dat ze met veel ontwikkeltijd tot sterke resultaten kunnen komen, zoals in 2022, toen het team als vierde eindigde in het kampioenschap.
Ferrari en Red Bull profiteren stiekem
Ferrari beleeft een grillig jaar. Tussen tweede en vierde zwalkend in de stand, viel het nét onder Mercedes vóór de ATR-reset. Die timing bleek gunstig: door net buiten de top-2 te vallen, krijgt Ferrari iets meer ontwikkeltijd richting het nieuwe seizoen.
Red Bull kent een moeilijk 2025-seizoen en blijft qua resultaten achter op de verwachtingen. Toch biedt het matige presteren een klein voordeel: de ontwikkelruimte groeit van 80% naar 85%.
De vraag is wel in hoeverre dat zin heeft, nu de nieuwe windtunnel nog steeds niet operationeel is en de meeste ontwikkeling inmiddels in de simulator plaatsvindt.
McLaren is de enige echte ‘neutrale’ partij in deze ATR-herverdeling. Zowel vóór als na de reset blijft het aandeel gelijk, wat rust brengt in de ontwikkelstrategie voor 2026. Het team kan met vaste processen blijven bouwen richting de nieuwe generatie auto’s.
Audi, dat dit jaar opereert onder de naam Sauber, steeg sterk na een upgrade tijdens de Spaanse GP. Helaas kwam die net ná de reset, waardoor het team iets ATR verloor door van laatste naar zesde te klimmen.
Toch lijkt die beperkte inlevering geen ramp: de opmars gaat door en het fundament voor 2026 oogt solide. Bij Cadillac – het nieuwe team op de grid – ligt de situatie complexer.
De Amerikanen hadden tot maart vrij spel qua windtunneltijd, maar zitten inmiddels op het ATR-niveau van het laatst geklasseerde team. In theorie een voordeel, maar de beperkte infrastructuur zorgt dat dat voordeel in de praktijk nog niet te verzilveren is.
