Alpine zit midden in een transformatie die zijn weerga niet kent in de Formule 1. Terwijl de resultaten in 2025 achterblijven, wordt er in Enstone al vol ingezet op de langetermijntoekomst.
Het team neemt afscheid van zijn status als fabrieksteam en wordt in 2026 klant van Mercedes. Die nieuwe koers is volgens coureur Pierre Gasly het enige echte ‘wapen’ dat Alpine nog heeft om zich uit het middenveld te vechten.
De cijfers liegen niet. Na twaalf races staat het team op een magere 19 punten – állemaal gescoord door Gasly. Terwijl andere teams zoals Haas, Sauber en zelfs Williams af en toe pieken laten zien, blijft Alpine steken. Maar intern is de focus helder: bouwen aan 2026, met een compleet nieuwe auto en technische filosofie.
De grootste verschuiving voor Alpine zit in de samenwerking met Mercedes. Vanaf 2026 neemt het team afscheid van zijn eigen Renault-powerunit en schakelt het over naar klantenmotoren. Daarmee verdwijnt ook de fabrieksstatus – een fundamentele verandering in positie binnen de Formule 1-structuur.
Gasly bevestigde dat de hele organisatie inmiddels de blik op de toekomst heeft gericht. Waar updates in 2025 nog slechts gericht zijn op het optimaliseren van de huidige auto (de A525), schuift alle ontwikkelingscapaciteit nu naar het 2026-project.
“De focus ligt op volgend jaar, en dat is ons wapen. We proberen elke keer het maximale uit die ontwikkeling te halen,”
Door deze keuze hoopt Alpine zichzelf opnieuw uit te vinden. Het team moet het doen zonder CEO Luca de Meo, zonder teambaas Oliver Oakes, en inmiddels ook zonder vaste coureur Jack Doohan, die plaatsmaakte voor Franco Colapinto.
Het management wordt tijdelijk geleid door Flavio Briatore, die zich weer roert achter de schermen.
Gasly als drijvende kracht in moeilijke tijden
In het moeras van tegenvallende resultaten is Pierre Gasly hét lichtpunt van het team. De Fransman wist als enige punten te scoren en leverde in Silverstone zijn beste prestatie van het seizoen met een zesde plaats. In wisselende omstandigheden wist hij zelfs Max Verstappen op de baan te bevechten.
Zijn vastberadenheid valt op, zowel binnen als buiten het team. Gasly erkent dat de auto beperkingen heeft, maar benadrukt dat hij er het maximale uithaalt. Daarmee neemt hij een leidende rol in het motiveren van monteurs en engineers.
“Ik weet dat ik op een hoog niveau presteer met de auto die ik nu heb. Of het mijn beste ooit is? Moeilijk te zeggen. Maar dit is wie ik ben: een vechter, een strijder. Ik blijf ze pushen.”
Volgens de coureur zit het verschil in details: een tiende sneller of langzamer betekent meteen drie tot vier plekken op de grid. Juist daarom moet alles wijken voor de optimalisatie van het huidige pakket – maar zonder de focus op 2026 te verliezen.
De terugkeer van Flavio Briatore als Executive Advisor heeft voor onrust én richting gezorgd binnen Alpine. Zijn reputatie is allesbehalve neutraal, maar zijn ervaring wordt gewaardeerd in deze fase. Briatore staat bekend om zijn no-nonsense aanpak en zijn vermogen om teams uit crisissituaties te trekken, zoals hij ooit deed bij Benetton en Renault.
Onder zijn toezicht zijn er al personele wisselingen doorgevoerd, waaronder het aantrekken van nieuwe aerodynamici en engineers gericht op het 2026-project. Ook het besluit om de powerunit vanaf 2026 van Mercedes te betrekken, werd versneld onder zijn toezicht.
De interne reorganisatie wordt gezien als een laatste kans om Alpine op koers te krijgen voor de volgende regelrevolutie. Want één ding is duidelijk: als ook 2026 mislukt, staat het hele project onder druk.
Silverstone als kantelpunt
De Grand Prix van Groot-Brittannië vormde volgens velen een symbolisch moment in het Alpine-seizoen. Niet vanwege de zes punten van Gasly, maar vanwege de manier waarop hij ze binnenhaalde: slim, geduldig en met maximale inzet. Terwijl andere coureurs fouten maakten in de regen, bleef hij kalm.
“In Q1, Q2 en Q3 heb ik telkens alles eruit gehaald. En in de race ook. Dit is geen verrassing meer – ik presteer constant.”
Die prestatie werkt door binnen het team. Engineers zien dat hun inspanningen nog resultaat opleveren, ondanks de beperkte middelen. En voor Briatore is het een bevestiging dat zijn benadering begint te werken.
Tegelijkertijd blijft het gat naar de subtop groot. Alpine weet dat het in 2025 geen wonderen meer hoeft te verwachten. Alles staat in het teken van die ene gok: de ‘weapon’ van 2026.
De term ‘wapen’ die Gasly gebruikt is veelzeggend. Het gaat niet om één enkele upgrade, maar om een volledig nieuwe aanpak: technisch, sportief én organisatorisch.
De overstap naar Mercedes-motoren is slechts één onderdeel. De grotere uitdaging ligt in het bouwen van een auto die wél consistent presteert.
Door nu al middelen te verschuiven naar de ontwikkeling van die 2026-auto, hoopt Alpine voorsprong te nemen op teams die langer blijven hangen in het 2025-regime. Of dat voldoende zal zijn om weer mee te doen in de top, is nog onduidelijk – maar binnen het team is de toon gezet.
Wat rest, is een seizoen waarin Gasly moet blijven scoren waar mogelijk, en waarin elke foutloze ronde telt als opmaat naar de toekomst. En in dat proces is één ding duidelijk: het echte Alpine van morgen rijdt nog niet – maar wordt nu gebouwd.